Shongololo
Naar de onderkant van de pagina.

Shongololo 2000: Zuid-Afrika - Namibië


In het najaar van 2000? maakten we een reis met de Shongololexpress door Zuid Afrika en Namibië. De foto's had ik indertijd later geplakt in twee albums (alba?), maar daar kijk je zelden in, dus nu ga ik proberen een wat verkorte versie via scannen van een deel van de foto's tot een blog te maken.  Ko heeft alvast een foto van de trein  geplaatst en eentje van de restauratiewagen.

Ik heb eerst de leukste foto's uit het album gehaald. Die moeten dan onder een scanner en vervolgens bewerkt worden om t.z.t. hieronder te verschijnen. Ik had in 2000 nog niet eens mijn eerste Panasonic camera, dus de foto's zijn al niet van heel goede kwaliteit. E.e.a. is bij me opgekomen omdat we net besloten hebben om in februari naar Namibië te gaan, D.V. dan... 

 

Een shongololo is een duizendpoot. Daar bestaan hele enge van, maar ook best leuke. Kijk maar bij Google/afbeeldingen. 

Ik griezel nog bij de herinnering van de scolopendre in Frankrijk ..

Maar de shongololo waar we in zouden gaan reizen hoorde tot de heel erg leuke!

 

 

Na de zoals altijd tamelijk vervelende vliegreis begonnen we in Kaapstad. We sliepen al meteen in de trein, maar reisden de eerste dagen in de busjes, die ook met de trein mee zouden gaan.
Zondag in Kaapstad. Ik herinner me niet alles heel precies, want het is lang geleden. We begonnen in Kaapstad, waar we een deel van de dag doorbrachten in wat 'Waterfront' heet.

Het was de eerste keer dat we in Kaapstad waren en we waren verbaasd over hoe het hier in Waterfront was: een modern winkelcentrum met een zeer gemengd publiek. De tijd van de apartheid lag toen nog niet zo ver achter ons en we zagen hier dus dat gelukkig zwart en blank door elkaar heen liep of zat.

Ja, zat: want er waren een paar optredens van jonge mensen. Er was een meisjeskoortje en op de foto een stel jonge mannen die verbazend goed zongen.

Het was leuk, maar we waren wel een beetje gaar, al waren we toen zowat 25 jaar jonger dan nu: Inmiddels 85 en 82

Maandag naar Kaap de Goede Hoop. In mijn boek vind ik dat het daar zo genoemd werd, omdat het daar - waar twee oceanen elkaar ontmoeten - flink kon spoken en de zeelieden van toen vreesden dat hun schepen er te pletter zouden slaan.

 

Tot onze verbazing struisvogels en bavianen op het strand! Nog onverwachter was een kolonie pinguïns. Die niet over de sneeuw hollen, maar met takken in hun snavel over het strand... Ze heten jackass pinguïns, want ze maken een geluid dat lijkt op het balken van een ezel.

Voor zover ik nog weet sliepen we in de trein, maar de trein reed nog niet en de dag erná gingen we naar Kirstenbosch, de botanische tuin. Groot feest natuurlijk! Prachtig onderhouden (personeel genoeg), leuke planten en je komt van alles tegen: parelkippen, schildpadjes en vogeltjes.

We komen ook in Stellenbosch. Het was trouwens koud!

We bekeken er een paar huizen (ik heb opgeschreven dat die leuk waren) en een dorpsmuseum. En voor het eerst - later nog een of twee keer -  Oom Samie se winkel. Ik kocht er blijkbaar een doosje theezakjes, maar weet niet meer of de thee lekker was. Plus bezoek aan een geitenboerderij met lekkere kaas en een wijnproeverij met niet lekkere wijn!

Ook heb ik opgeschreven dat leerlingen in het Xhosa abafundi zijn en er is een foto van een Taalmonument. Ik weet niet of dat bij elkaar hoort. Maar de link zit in het Swahili waar leerlingen wanafunzi zijn.

We zouden er dus later nog een of twee keer in Stellenbosch komen en hebben ons ooit een rotje gezocht naar de straatnamen. Die bleken ín de stoeprand te staan!

Maar we gaan nog steeds niet met de trein rijden ...

Volgende dag met busjes door een fascinerend, ruig gebied en het heette 'The seven weeks' Pass'. Ik weet niet meer waarom! We hebben er gewandeld. Het was warm, stoffig en erg mooi!

 

 

 

 

Daarna gaan we naar een soort dierenpark in Oudtshoorn, met een grappig entree en mottige leeuwen.

Er zijn ook stokstaartjes, in een helemaal verkeerde omgeving. Die verwacht je in grasland met zand!

We gingen ook iets leuks doen: Cheeta's aaien! Die zijn helemaal niet zacht, zoals je zou denken, en ze kunnen heel hard snorren!
Rennende struisvogels onderweg ergens. Ze horen bij een struisvogelfarm.
The train stays stationary at Muizenberg. staat  er op een papiertje in het plakboek On day two the train moves off empty during the morning, 74 kms to Franschhoek Station. Weet je dat ik dat nou weer helemaal vergeten was!
Maar nu gaat ie dan toch rijden met ons erin! We hebben cabin 3F met twee bedden en een wastafel. Aan het begin en eind van iedere wagon een toilet en aan één kant een douche. Hier onze cabine en de trein, met een mevrouw uit Australië. We reisden met een zeer heterogeen gezelschap. Leuk!

We stonden hier een tijdje geparkeerd naast de beroemde Blue Train en konden de zilveren theepotten op de tafels zien staan.

Er waren 4 busjes aan boord van de trein en daarin werden allerlei excursies gemaakt. Soms deden we allemaal het zelfde, soms was er keuze.
De bloemetjes hieronder doen me sterk denken aan die in Frankrijk Aphyllanthes monspeliensis. Die hoorde, dacht ik, bij de bolgewassen, maar zag eruit als gras. Maar tijdens deze reis had ik nog geen idee dat ik een paar jaar later in Frankrijk zou wonen, laat staan van die blauwe bloemetjes. Ik ga eens even zoeken. In mijn gezellige, Zuid Afrikaanse boekje over wilde planten heb ik het niet kunnen vinden.
Verder is er nog een oninteressante foto waarop alleen het bord dat erop staat je belangstelling wekt: GAMKASKLOOF, met eronder 'The hell, 50 km, 2 uur' en dat Ko op dat moment net een boek aan het lezen was van ene Erik van Ees: 'Land van de regenboog' waarin over de Swartbergpas en de weg naar de hel  werd gerept.

Een busje wordt de trein in gereden en in de gang van de trein hangen alle handdoeken te drogen.
Hierboven: ergens in een vlakte zien we 'onze' eerste zebra's op verschillende plekken en ik denk nog steeds dat het twee soorten waren: links mountain zebra en rechts Burchell's zebra, met bruine strepen tussen de zwarte. De gids was het niet met me eens en ik denk nog steeds dat ik gelijk had! Het gekke is, dat ik me dat nog wel heel goed kan herinneren ... De foto's zijn wel beroerd. Karoo National Park.
Hieronder iets dat ik maar één of twee keer gezien heb tijdens onze reizen in Afrika: het nest/de nesten van een social weaver. De vogeltjes wonen dus met z'n allen in een enorm bouwsel. Veilig wat betreft slangen en zo, maar brandgevaarlijk!

We gaan wandelen in 'Orange River Canyon', met een riviertje en een waterval met de weinig originele naam 'Bridal veil' (en daar is ook niet veel aan te zien)/ Er is sprake van maanstenen en ik stel me dezelfde soort ondergrond voor als bij het graf van Cecil Rhodes: heel gladde steen. Maar ik kan het me niet goed herinneren. Er waren dassies (klipdassen) en agames (hagedissen), maar de foto's zijn niet de moeite waard. Er was te weinig water in de rivier om te gaan raften en dat vonden Ko en ik vast niet heel erg.
Op het bord staat wat informatie over het gebied, denk ik, maar ook de mooie tekst 'Moenie rommel strooi nie'.

Hieronder staat zo te zien een slordige, oninteressante struik ... Hij heet 'Wait-a-bit'. Want o wee, als je er tegenaan loopt, dan zit je zó vast, door de naar beneden gerichte,  akelige dorentjes. De bloemetjes ruiken heel lekker.

De Zuid Afrikaanse cineast Jamie Uijs heeft twee films gemaakt over dit gebied en de bushmen. Ik vind ze allebei zeer de moeite waard. De eerste heet 'The Gods must be crazy' en de tweede 'The Gods must have fallen on their heads.' In de eerste komt een scène met een wait-a-bit tree voor.
Het eten in de trein was zeer smakelijk en ook zeer verzorgd. En elke dag andere, schattige servetjes. Dat kunnen ze goed in in zuidelijk Afrika, kleine dingen leuk maken met simpele decoraties.

En toe gingen we de leegte in ... Eindeloos vlak, leeg land, met heel kleine struikjes hier en daar.

'Een lommerrijk en zeer onoverzichtelijk terrein, waarin men zich gelukkig prijst dat er geen leeuwen zijn.'
Gek genoeg moet je hier aan die tekst denken al is het lommerloos en overzichtelijk, met een flinke kans op aanwezige leeuwen!

Maar gelukkig waren daar Margot en Chris Dashwood, die konden bridgen!!!! De restauratiewagen stond geheel tot onze beschikking.

Chris is helaas vrij jong gestorven, maar we hebben nog steeds af en toe contact met Margot.

Hieronder een kaartje van de route. En rechts een moedig bloemetje is de woestijn. Daaronder een opname van Fish River Canyon. Het is het grootste Canyon na Grand Canyon in de U.S. 160 km lang en 27 km breed, 570m diep. Soms is er water in de rivier en dan zitten er ook nog vissen in! Bavianen, klipdassen, eekhoorns en klipspringers worden er vaak gezien, sporen van b.v. luipaard ook.

Ik geloof dat we konden afdalen en dat we dan water, plantjes en vogeltjes zouden vinden. Het was mooi en koel, maar geen sprake van vogeltjes en zo. Ik de pest in!

De woestijn is niet altijd een zandvlakte. Er staan ook kleine boompjes soms en vaak bolvormige planten.
We kunnen een eindje gaan wandelen en zien een 'kokerboom' met een nest van social weavers en witte bloemen die aanvoelen als zacht rubber speelgoed. 

Ik heb een foto genomen van medereizigers die terugkomen als er nét een auto langsgereden is - hieronder - en een andere van Ko in de grote leegte.

 

We gaan op weg naar Luderits, een spookstad, bedolven onder zand. Onderweg verwilderde paarden. Die worden een beetje bijgevoerd, want, hoewel ze zich hebben aangepast aan de omgeving, gaat het niet heel goed met ze. Je kunt je niet voorstellen dat ze in zo'n omgeving kunnen bestaan. 
Hier in de buurt worden diamanten gewonnen en waar dat is mag je niet komen: er staat een bord!
Ik heb weinig belangstelling voor geschiedenis noch voor oude huizen, dus ik vond er niet veel aan. Ligt helemaal aan mij! We sliepen in een stilstaande trein en gingen de volgende dag een wandeling maken met bushmen. 40+° , 's middags om 1 uur. Ik weet nog dat ik tijdens de wandeling door een gebied met wat magere boompjes uitkeek naar de schaduw van het volgende boompje, maar vond het wél interessant.

Ze spraken onderling uiteraard San, en dat klinkt heerlijk, als kabbelend water. Kijk maar naar een van de twee films van Jamie Uys om er naar te luisteren. Onderweg ergens werd de schaal van een struisvogelei opgegraven en waarin was water bewaard. En het is waar, dat als een bushman een dier schiet om het op te eten, er eerst vergiffenis gevraagd wordt aan het dier in kwestie!
Daarna  gaan we richting zandduinen en moeten één keer in een camping overnachten, in de buurt van Sossusvlei.

We hebben een tijdje vrij als we op die camping zijn en hier zit een medereiziger - ene Richard uit Californië - gezellig in de woestijn een Dick Francis te lezen. 

We zien een enkel stokstaartje en van die kliktorretjes, maar de foto's zijn te slecht. 's Nachts staat er vlakbij onze tent een beisa-bok tegen het hek te rammen, ik ben gaan kijken!

 

De boom hieronder zit vol gele bolletjes en heet kameeldoorn. Duidelijk een lid van de acaciafamilie en behoorlijk Afrikaans! Foto bloem gestolen van internet.

's Avonds wordt er gezellig samen gegeten, maar behalve mezelf achterin zie ik geen enkel me nog bekend gezicht, want Chris en Margot staan er niet op. De Engelsen hebben een lied gemaakt voor de gelegenheid en Ko heeft zijn steentje bijgedragen:

Het refrein is: 'O what a wonderful journey, O what a wonderful train, o what a wonderful landscape: everything's going my way
en de melodie laat zich raden.. 
  • I travelled on this Shongololo whose mistress and guides we all follow. 
    Guess who were so generous with a smile and a laugh? That's Petra, our boss and her wonderful staff.
  • We rocked and we rolled, had disturbance: a bus broke, a heatwave, much distance! 
    We came back from a drive as a dust covered wreck, but then, in the bar, there was always Lamek ...
  • Shongololo is a creepy crawly; a centipede is just a smally. 
    The Dutch 'duizendpoot' though, do you know what it says? In English you call it a 'Jack-of-all-trades'.
  • Do we have on this train such a person? Yes we do, we all know that for certain. 
    Do you know what the bossman in Jo'burg has said: Tu es Petra! On this Petra I shall build my Shongololo!

En hierna komt het meest indrukwekkende deel van deze fantastische reis: de zandduinen. We gaan in alle vroegte erheen, het wordt net dag en het licht is prachtig! De duinen zijn van heel fijn (oud) roodachtig zand, ik heb er nog een zakje van! Roder dan op de foto.
Aan het begin is het onbelopen, alleen sporen van eventuele dieren, maar dan gaat Iedereen gaat klimmen.

Ik had in het boek geschreven over dat we gelukkig vroeg waren 'voordat de kuddes Japanners' verschenen (hierboven) en dat rechts Tony naar boven kwam 'met dat bewonderenswaardige, maar irritante Duitse mens van 83' ...  Lelijk trekje!
Hieronder 'Foto voor Gita', want die wilde altijd een foto van ons tweeën op een beroemd plekje. We hebben er heel wat gemaakt!

Soms weet je helemaal niet wat iets is of is geweest, zoals hieronder: nog een plant die groen wordt als het eens regent? Of een dode plant? En wat zou er in het holletjes onder de plant rechts wonen? 

Nog een laatste foto van Ko in de woestijn en dan gaan we weer verder. Wat een adembenemend gebied. 
De volgende stop is in Solitaire. Het toeval wil dat we er een boek over hebben (gelezen), want de schrijver, Ton van der Lee, is een vriend of kennis van Tinka. Die is hier een tijd geleden komen wonen!
 
Hierboven zoals het eruit zag in de tijd dat hij het bouwde of liet bouwen, met rechts de tuin, met aloë's. Toen het een onverwacht succes werd en het steeds drukker werd ging hij weg. Je kunt er nu wat drinken.

Opnieuw de leegte in, naar Spitzkoppe. 
Een huis in de leegte, de radio staat binnen aan!  Dit is gebied van de Herrero's, helaas geen vrouwen in hun spectaculaire outfits in beeld; het is een gebied waar mineralen worden gedolven en er worden dan ook steentjes verkocht. Bij een authentiek Afrikaanse hut van klei.

Deze dag zijn we ingedeeld bij (chauffeuse) Celeste en die krijgt een platte band. Ko is dol op werken, hij mag er graag naar kijken, staat er in het boek. 

's Middags zullen we naar de welwitschia's (W. mirabilis op de kaart met woestijnplanten rechtsonder) gaan kijken. Welwitschia heet in het Zuid-Afrikaans: tweeblaarkanniedoodplant.  En daar is ongeveer alles mee gezegd, die bladeren kunnen duizend jaar!!! doorgroeien. Niet mooi, maar wel bijzonder.

Maar Celeste krijgt nog een platte band en dan gaat onze excursie naar de Welwitschia helaas niet door. Ik de pest in, maar nou ja!

We rijden door naar Swakopmund, met een aantrekkelijke boulevard. Ik vond er, tot mijn genoegen een stukje dioptaas. In Naturalis, in Leiden, lag er - voor de verbouwing - een groot stuk ergens in een vitrine en als ik er was ging ik er altijd even naar kijken! De mijn is al jarenlang dicht. 

Pelikanen op de oceaan.

 

Vandaag gaan we de zee op. Het is behoorlijk KOUD, beetje mistig, maar het wordt wel erg leuk, want binnen de kortste keren komt er een rob aan boord. 

 

Daar wonen ze met z'n allen. Sommige zijn dus behoorlijk tam en komen aan boord ... uiteraard om een visje te halen!

Wat later zien we ook dolfijnen, maar die zijn supermoeilijk te fotograferen. We krijgen een lunch aan boord, met oesters, waar we geen van beiden liefhebber van zijn, maar gelukkig ook nog allerlei andere hapjes, en een glaasje bubbels. 

Een van de robben vindt het zó jammer dat hij zijn voedselbank kwijt is, dat hij probeert ons in te halen ...

Dat was een erg leuke excursie van Mola-Mola, het bedrijf, dat deze dag in 2001 organiseerde.

 

En dan gaan we nu in de richting van Etosha, de laatste rit met de trein. Ko had in Nederland al een overnachting geboekt; de rest moest wegens gebrek aan ruimte loten....

Hieronder de hoefdieren die je kunt tegenkomen, op een gekochte ansichtkaart. Daarna de dieren die we zelf tegenkwamen.

 

Dieren in Etosha: gnoe, Burchell's zebra, giraffen (we hadden er nog nooit een zien drinken), springbokken. 

Hieronder Ko's favoriete vogel: de secretarisvogel en rechts een koribustard, een soort trap.

En olifanten natuurlijk! Die komen ineens aanlopen en gaan met z'n allen baden in een klein plasje water ..
In de verte zagen we nog een neushoorn, maar de foto is niks. Ko en ik en nog een paar mensen gingen slapen in Halali, in Etosha. Daar hadden ze een mooie plek met een soort tribune of zo, waar je desgewenst 's nachts naar dieren kon gaan kijken. We hebben het geloof ik geprobeerd, maar dáár niks gezien.
Maar wat wel héél eigenaardig is dat ik in de buurt ervan een uiltje heb gezien, piepklein en hieronder op de foto en dát in al die jaren nooit ben vergeten!

Scops owl, 20 cm.

 


Ko en ik dachten indertijd al over verhuizen naar elders. Zimbabwe, waar het in 2001 niet leuk meer was met Mugabe en zo, was afgevallen als uitgezochte plek. 
Aan het eind van deze leuke, avontuurlijke reis kwamen we in Otjiwarongo en ik werd er ter plekke verliefd op: wat een heerlijke naam van een stadje vol bloeiende jacaranda's en flamboyants en dik-diks in de berm. Wow! Maar er was geen bridgeclub en Ko wilde niet. 
'n Jaar of 6 geleden zijn we er nog eens geweest. Toen waren de jacaranda's en flamboyants uitgebloeid, de dik-diks verdwenen en het plaatsje was groot, druk en modern geworden. 

We bezochten nog een openlucht markt in Okahandja, waar ik onze leuke houten olifant vond en even Swahili kon spreken met de verkoopster, die toevallig uit Kenya kwam. 

De laatste nacht sliepen we in een sjiek hotel met een golfbaan, een 'kokerboom' en een heleboel grondeekhoorntjes. 
TE GEKKE REIS!

Naar bovenkant