Dit was het plan: na aankomst in San José 2 dagen bijkomen, en dan zelf
rijden (muis over kaart voor vergroting)
26 januari. Zoals altijd begint het met de reis. Joop bracht ons (ook al bijna zoals
altijd) naar Schiphol en daarna begon het lange in
de rij staan of/en wachten.
Dan is een bijzondere klok leuk
om naar te kijken: de geprojecteerde illusie dat iemand hem van
binnen staat schoon te maken.
Ook een dame onder de vele andere wachtende trok mijn aandacht.
Helaas kun je niet zomaar een foto van iemand maken, dus ik heb haar
maar zo goed mogelijk onthouden: een jonge moslim dame met een
knap gezicht omhuld door een luchtmachtblauwe sluier. Een jaar of
30. Zij had kuiltjes in haar wangen met in elk kuiltje een gouden
bolletje. Nooit eerder gezien! In een neusvleugel ook een fijn
gouden ringetje. Ze zat zachtjes in een of andere taal, w.s.
Arabisch, te praten, terwijl haar telefoon op haar schoot lag. Ik
ben een beetje achterlijk als het om techniek gaat en had pas na
enige tijd in de gaten dat er in een van de witte draadjes, die van
onder de sluier naar de telefoon leidden een piepklein microfoontje
zat. Zij had ook een boek bij zich en ging, na haar
telefoongesprek, daarin zitten lezen: English Poetry.
Joop beweert al tijden dat er
complotten over van alles en nog wat zijn. Zoals met die
haardingetjes.
Hij heeft gelijk: nu lag er weer zo'n dingetje. Op het
damestoilet!
Kijk maar eens om je heen: je ziet ze overal liggen. Kan geen toeval zijn.
De reis verliep verder zonder grote
bijzonderheden. Op de vlucht naar Toronto was het cabinepersoneel
60+!! De steward vertelde ons dat hij per reis betaald werd en dat
hij de week hierna nog een keer naar China ging - intercontinentaal
leverde goed op - dan had hij weer genoeg voorlopig. Wel was het bij
de nooduitgang (meer beenruimte) verrekt koud en de meegenomen
fleece-deken was eigenlijk niet genoeg.
De tweede etappe vlogen we met dochteronderneming van Air Canada, Air
Canada rouge, een soort van Ryan Air: je mag meevliegen en
je kunt water krijgen, maar daar houdt het dan ook mee op. Voor
méér moet je betalen en een TV-schermpje met films en/of
spelletjes is er niet bij. Ook
goed.
De volgende avond werden we afgehaald en bij ons hotel
Bougainville afgeleverd. Daar zouden we twee dagen blijven, prima
hotel!
27 januari.
Zoals gebruikelijk waren we om ½ 6 op, Ko misschien ietsje
later. Voor het ontbijt had ik al op ons balkon naar buiten
staan loeren en 7 onbekende vogeltjes geregistreerd. Deze Baltimore
oriole bijvoorbeeld.
De blauwe tanager zat op de voedertafel voor het raam van het
restaurant, dus tijdens het ontbijt, overal met veel fruit!,
ging het vogelkijkfeest gewoon door.
In de tuin een oude bekende: een monarchvlinder op de plant
waar de kinderen straks op groot gaan worden: Asclepias =
zijdeplant.
Ook in de tuin, uiteraard: bougainville. Ik vind de paarse
(dat is trouwens niet de bloem, die is klein en wit, maar het
schutblad) die je veel in zuidelijke landen ziet, wel goed
passen bij de zonnige sfeer, en ook de kersrode kan ik wel
waarderen. Maar ik houd helemáál niet van de bleek
worteltjeskleurige oranje, noch van de witte, meestal
vol bruin van uitgebloeid. Die twee zijn veelal van grote
armetierigheid.
De ROZE daarentegen is een uitgesproken schoonheid en je ziet
hem zelden. Een struik die alleen in de juiste omstandigheden
wil gedijen en tropen zijn daarvoor een eerste vereiste. Zie
hieronder.
Wat ik erg leuk vind in Zuid Amerikaanse landen
is het feit dat veel bomen weer een tuintje op zich zijn:
begroeid met mos, bromelia's, orchideeën, varens. T.z.t. heb
ik vast wel een leuke foto van zo'n boom.
In een boom in
de tuin van Hotel Bougainvillea een pol orchideeën en in die pol
een nestje met een broedend duifje. Bij mijn beste weten een common
ground dove. Een klein duifje, niet veel groter dan een
merel en, hoewel de boom direct naast het wandelpad en het
nest min of meer op ooghoogte was, zou ik er zó langs gelopen
zijn als niet toevallig een van die twee - man en vrouw zien
er hetzelfde uit - net was komen aanvliegen.
Nog meer moois in de tuin hieronder: een fraaie klimmer met
blauwe bloemen en een leuke groene hagedis.
's Middags gingen we in een nabijgelegen SODA
(cafetaria) lunchen. Men had verteld dat het eten in Costa Rica maar matig was,
elke dag rijst met bonen. Viel dat even mee!! Niet alleen rijst met
bonen (casado) was meestal heel smakelijk, maar er was ook
allerlei ander lekkers, zoals de kippen-wrap die Ko hier
kreeg, of de heerlijk met allerlei groenten gevulde aardappels, waar
ik van gesmuld heb. De zure room in dat kommetje daargelaten. Gezien
het water in Costa Rica bijna overal zo te drinken is was er ook
geen probleem met sla of ijs eten.
Onderweg is tegenwoordig veel techniek nodig: steeds moet er van
alles opgeladen worden. Niet alleen de telefoon, maar ook 3 tablets en 3
camera's.
Ko en ik hebben allebei een zakformaat digitale camera, dezelfde
Panasonic. Ik heb de mijne al een jaar of 5, die is dus stokoud,
haha, maar ik kan ermee lezen en schrijven. Fantastisch voor
macro-opnamen. Sinds kort heb ik er nog een van Panasonic, met een
telelens, maar die is tamelijk moeilijk te focussen en die heeft Ko
vooral gebruikt om dingen veraf te fotograferen.
De eerste kolibrie is een belevenis en het beestje moet dus op de
foto: met de telelens, niet scherp en zonder enige kleur, maar:
Wow!!! een kolibrie!!! Misschien bestaat er wel een camera voor oude
dames die kolibries willen fotograferen: makkelijk te richten en
niet zwaar op de hand?
Al jaar en dag maken we een foto van elk bed
waarin we slapen en die gaat dan in ons 'beddenboek',
maar de klad is er een beetje ingekomen met de komst van de
digitale camera. Ook brengt de oude dag wat
vergeetachtigheid met zich mee. Maar hier hebben we er nog aan
gedacht: een heerlijk bed!
Morgen gaan we hier op reis.
28 januari.
We gaan op weg naar San Gerardo, op een hoogte van
2500 meter, maar niet heel ver weg. De route voert voor een
groot gedeelte over de Pan American Highway.
Het gele bordje is een waarschuwing voor de nabijheid van
een school. In het komende stuk mag je niet harder dan 25
rijden als de school aan- of uitgaat. De scholen hadden
trouwens vakantie, volgende week weer beginnen.
Je komt niet op het idee dat ze in een farmacia
bloemen verkopen, toch? Ze hadden er ook koffie, fruit,
allerlei eetwaar en oorbellen. Iets dat veel op een mus leek
en er ook familie van is - rufous-collared sparrow -
kwam snoepen van achtergelaten frietjes.
Veel mooie bloemen langs de weg, maar we
konden zelden stoppen om ze te bekijken en/of te fotograferen. De
weg was niet breed en had maar hier en daar plek om te stil te
staan. Zo heb ik me zitten verbijten, omdat ik graag die fraaie
struik hierboven rechts wilde bekijken. Gelukkig lukte het een keer.
Hij was er ook in heel licht roze, maar ik weet (nog) niet wat het
is. Vandaag 20/2 wel: Centradenia floribunda en om dat te
weten te komen heb ik de eerste 5 delen van mijn plantenencyclopie
doorgebladerd. Nog 21 delen te gaan voor de rest van de onbekende
bloemen.
Ook vaak langs de weg iets met reusachtige bladeren, familie
van rabarber. Het blad wordt als paraplu gebruikt bij
onverwachte regen ...
Bij aankomst in de Dantica Lodge,
San Gerardo, kregen we huisje nr 2 (en vergaten
een beddenfoto te maken). Er zat een fraaie afdruk van een vogel, die
er tegenaan gevlogen was, op het raam. Zo te zien een
papegaai. Of misschien een duifje.
Ik was enthousiast over de fraaie decoraties die
op veel plaatsen in deze lodge aan de muur hingen. Zoals b.v.
deze twee stokpoppen in ons huisje.
De lucht is hier zo schoon, dat het rendiermos aan de
paaltjes van de prikkeldraadversperring groeit.
Ook was het eten erg lekker. In de buurt werd forel
gekweekt, heerlijk was ie.
Waar ik echt helemaal verrukt van was was dat er een
superkleine kolibrie rondvloog en dat die tamelijk tam was. Er
hing een 'feeder' met suikerwater bij ons zitje en we konden
gewoon blijven zitten kijken hoe de kolibries kwamen drinken. Er waren
meerdere soorten, maar dat kleintje was het minst schuw.
Dat is toch niet te geloven? Het vogeltje was
maar een cm of 5 groot - niet eens veel groter dan de kolibrievlinder
in Frankrijk of de helft van een goudhaantje.
Grootte ongeveer als op de foto. Zij -dit is een vrouwtje van scintillating
hummingbird - was ook smaller dan op de foto, want het was
koud en ze heeft dus haar veertjes opgezet.
Zo'n beestje maakt een nestje en legt eitjes en die zijn nog
geen centimeter groot. Je begrijpt ook niet hoe ze zich warm
kunnen houden, want het was er verrekt koud. Overdag was het
wel lekker, maar zodra de zon weg was, uur of 6, koelde het af
tot een graad of 7 buiten en in ons huisje was het maar 14°.
Ik heb een thermometertje aan mijn vakantietas!
Er was een kacheltje
(methanol-vloeistof) in de kamer en een
straalkacheltje in de badkamer, maar het was verre van
aangenaam. Bovendien was er wel een koffiemachine, maar géén
waterkoker. Heet water kon via het koffieapparaat, vond men.
Geen smeriger thee dan gemaakt in een koffiezetter, gadver! Ik
had één pakje thee meegenomen, twee was beter geweest.
En vandaag 29 januari was het: vroeg (½ 6) opstaan en vijf lagen
kleren aan, want: QUETZAL zoeken. Daar boekten we een gids voor,
maar het had heel goed zonder gekund, want er was maar één route
richting quetzals en op de plek waar ze zouden zijn stonden drommen
mensen met grote toeters te wachten.
Hordes mensen dus met camera's met
megatelelenzen en driepoten om die gevaartes op te zetten. Je
mag door de telescoop van je gids kijken en ik zie dan nog
steeds niks; het beeld is zoiets als de foto hieronder. Die is
trouwens door de gids via zijn telescoop gemaakt.
Meneer en mevrouw quetzal komen 's morgens vroeg eten in
een avocadoboom, die boom daar op foto linksonder, midden,
hoog. Dan blijven ze een kwartier zitten om het vruchtvlees te
laten verteren en vervolgens de pit uit te spugen en
vertrekken dan naar andere plekken, waar het niet zo vol met
toeters en zo is.
Van mevrouw Q. maakte Ko een redelijke foto, iets verdop, en
meneer hebben we goed gezien, maar op de foto niet meer dan
zijn prachtige groene staart. Het is een grote vogel, met
staart en al wel een cm of 60. De twee uit Rotterdam hierboven
hadden echt een mooie foto en ze zouden hem sturen, maar of
dat gaat gebeuren? Zij kon goed fotograferen en had een handig
toestel ...
Voor nu dan maar even een foto van internet.
Er zijn nog ongeveer 80 quetzalparen over in CR. Later:
en die foto hebben we nooit gekregen!
Dáár
moet-ie zitten....
opname
met tablet door de telekijker van de gids
Afgezien van quetzals waren er uiteraard ook leuke andere
dingen te zien, mooie bloemen, een soort koninginnepage ((w.s.
Papilio cresphontes) op een struikfuchsia van meer dan 2
meter! en 'n heel leuk zwart
vogeltje met een geel broekje aan. (Yellow thighed finch).
Hier nog wat ruimte voor het geval de mooie foto uit Rotterdam nog
komt. (Later: nee dus!)
In de middag besloten we naar een waterval
in de buurt te gaan. Ergens parkeren en dan nog 2 kilometer lopen.
En terug. We keken elkaar eens aan: wij niet! Later bleek, dat het
laatste stuk naar de waterval afgesloten was, haha!
We streken daarom neer in een uitspanning met de
leuke naam 'Kahawa' = koffie in het Swahili. Met voor de deur
een soort heg van 'Suzanne met de mooie ogen', Thunbergia
alata. Gita, die niet van bloemen hield, hield wel van
deze.
Ach, we waren er toch, konden we net zo goed wat eten.
Alweer verrukkelijke forel.
Na 2 nachten blauwbekken vonden we het welletjes en
besloten voortijdig (één dag eerder) te vertrekken. We kwamen per slot als wintervluchtelingen.
Gelukkig wist onze touroperator, Edventure, het soepeltjes te regelen. Een
dag eerder op de volgende bestemming, daar een dag eerder weg, en dan zelf iets
zoeken voor de dag erná.
Aan het strand (Pacific) was het 20 graden warmer!
30 januari. Iemand had ons
verteld, dat je een paar honderd meter van de ingang van onze lodge
in San Gerardo (je kon maar één kant op) een pizzeria was langs de
weg, met 'feeders' en tig kolibries. Pizzeria was nog dicht, maar
ertegenover was er een mevrouw die op de vroege ochtend al koffie
voor ons had en ook een feeder, maar niet met suikerwater, maar
fruit en rijst. Voor de rijst had ze zelfs een speciale bak aan een
stok, want de voerplank was hoog buiten bereik van eventuele
katten.
Tot onze verbazing kwamen er een heel stel spechten op de rijst af,
wel een stuk of 6. We hadden ze al horen kibbelen, maar wisten niet
dat wat we hoorden spechten waren. Sorry voor de slechte foto, maar
zo gaat het nu eenmaal. Als je betere foto's wilt moet je bij
Vogeldagboeken kijken, maar dan krijg je niet zo'n specht. (Ik weet
niet welke het is: Hoffmann's heeft een gele borst en ook 'blackcheeked' heeft niet zo'n zwarte kin.)
De vogel hieronder is nog beroerder wat afbeelding betreft, maar ik
heb hem nog niet kunnen determineren, dus ik houd hem nog even.
Misschien vrouwtje summer tanager, maar ik weet het niet
zeker want ik heb geen mannetje gezien ...
Ons uiteindelijk doel was een tropisch
strand, zoals je ziet in reisfolders. Rafiki Beach Campin Matapalo, 35°. Het zand was bijna te heet aan je voeten en het
zeewater was ook meer dan 25°.
Linksboven: de meest begeerlijke
tropische plant, een klimmer, die ik in Nigeria meer dan 50 jaar
geleden al dolgraag in de tuin wilde: Petrea volubilis; dat
klinkt verwaand, maar ik weet geen Nederlandse naam. Plaat 19 in
mijn 'Tuinboek voor de tropen' dat ik van iemand - ik denk mijn zus
Els - met een goed gevoel voor wat Erna leuk vindt cadeau kreeg toen
ik begin '64 trouwde!!
Op het strand zwarte gieren en een fraai kunstwerk gemaakt door ...?
Zeepieren?
Omdat we een dag eerder waren gekomen kregen we
eerst een huisje i.p.v. de beloofde tent.
Al gauw kwam iemand ons waarschuwen dat er een luiaard in
de buurt was gespot. Een klont vacht in een boom ergens, net
zo lastig te bekijken als een slapende koala hoog in een
boom in Australië vorig jaar.
Luiaards doen wat je denkt dat ze doen: slapen!
Eigenaardig was dat, hoewel de hele
kuststrook was ingericht voor strandvakantiegangers, er
nauwelijks winkels of restaurantjes waren. De enige twee die
we vonden, werden gedreven door mensen afkomstig uit
Duitsland.
De volgende dag, 31
januari, zo hadden we bedacht,
gingen we naar een natuurpark, Manuel Antonio, in Quepos. Dat viel,
eerlijk gezegd, vies tegen! De omgeving was een soort van Costa Ricaans
Torremolinos. Het begon al met auto parkeren, 2000
petoki's (plm 4$), zoals we de lokale munt - net als Brigitte
Kaandorp - noemden (eigenlijk heten ze colones).
Toen kwam er een dame op ons af, die wel wilde gidsen (dachten we) en
uit ervaring weten we, dat een gids veel meer ziet dan ik (Erna), zelfs nog
meer dan Ko. 40.000 petoki's. Dame in kwestie laadde een driepoot en
een telelens op haar nek en liep met ons naar de kassa van het park
om de te entree betalen. Volgens Lonely Planet 10$ p.p.,
maar inmiddels verhoogd naar 16$ p.p. Vervolgens overhandigde ze ons
aan een échte gids en stak de kick-back in haar zak. Waren we dus al 114 euro
kwijt. En tot mijn onnozele verbazing geen safari-auto van het een
of ander, maar lopen!!! Met tig andere lieden.
Maar goed, we gaan kijken. Het eerste dat we te zien krijgen is een
vleermuis, die achter een soort bananenblad hangt te slapen. Niet
dat er veel aan te zien is en zelfs met de (slechte) foto niet te
determineren.
Maar dan komt er een coati aanwandelen en die is van niets of
niemand bang, dus we kunnen hem goed bekijken. Soort wasbeer, mooi
beest.
Een striped basilisk. Basilisk is een
beetje Harry Potterachtige naam, wel spannend. We zien later
nog andere soorten en en maakten daarvan betere foto's. Deze
van internet. We zouden het beest zelf nooit gezien hebben,
net zomin als de nachtzwaluw - die had ik maar één keer van
mijn leven gezien en dat was minstens 50 jaar geleden - of de
wonderschone sprinkhaan in kleuren van de regenboog. De
basilisk kan over het water rennen (vandaar de bijnaam 'Jezus
Racer'; we hebben
niet gezien dat ie dat deed) en ik kan best zelf een
sprinkhaan fotograferen als ie wat dichterbij zit. De foto van
het regenboogexemplaar hieronder is van internet.
Ook de brulapen, die we zagen, leverden geen
geweldige plaatjes, net zomin als het nestje van een kolibrie.
Onverwacht was de rode krab. Die komt een roteind (paar
kilometer) lopen om
veilig in het bos te wonen!
We zagen dus best leuke dingen, maar niet echt om over naar
huis te schrijven, hoewel ik dat nu juist zit te doen, geloof
ik. Ik vrees, dat we bij de vele reizen in Afrika ernstig
verwend zijn ...
Nog vergeten en geen beste foto: we zagen aan
het eind van de wandeling in een struik een heel dunne, lange,
groene slang: Green vine snake. Nu gooi ik, bij het
selecteren van foto's, slechtefoto's weg en dit
was er zo een met op de eerste blik alleen maar groen. Dacht
ik. Weggegooid dus. Gelukkig stond ie nog op het kaartje.
Slechte foto of niet, we hebben maar één keer een
slang in het wild gezien!
Het was prima verblijven in Rafiki Beach
Camp. De tent was leuker dan het huisje, dat we de eerste nacht
hadden (eigen schuld, een dag vroeger gekomen), maar daar was wel
weer een gezellige kat.
Er is niks mis met vroeg opstaan (vóór zessen) in de
tropen. Mooi licht. Een eekhoorntje scharrelde rond
tussen de tenten. Eekhoorntjes vind ik
onweerstaanbaar..
De luiaard - 3 tenig - die gisteren in een
oninteressante bol in de boom naast onze tent lag te slapen was
verhuisd naar een andere boom en hing nu te hangen zoals een
luiaard betaamt. We hebben hierna geen luiaards in het wild
meer gezien.
Een dagje lummelen is ook lekker en even een wasje doen is
ook een goed idee.
Geen muggen, geen vliegen en de bloeiwijze hierboven is van
een heliconiasoort. Kleurige schutbladeren met daartussen
kleine bloemen.
We moesten wel iets verzinnen om nog
één nacht te logeren en dat gebeurde op een heel eigenaardige
manier. De baas van de lodge kwam langs, een Zuid Afrikaan. En ik
had een petje op uit Zuid Afrika, met een springbok erop. Loky
Bomhoff begeerde mijn petje. De broer van Loky had een luxe lodge
een eindje verderop, Rafiki Safari Lodge. Loky kon wel wat korting
regelen ... Zo togen we de volgende dag daarheen met een
korting van zowat 100$, en dat voor een simpel petje!
1 februari. Naar Rafiki
Safari Lodge.
Die lodge lag op ongeveer 25 km afstand,
het binnenland in. Wel even slikken: 7 km asfalt en daarna een
onvervalst slechte weg door vnl oliepalmplantages - net als in
Nigeria! - en met kuilen, stenen of allebei: je kunt dan zo
ongeveer maximaal 25 km/u rijden. Dat zou later nog wel erger
worden...
Maar het was heel erg de moeite waard, want het
was er geweldig. Een luxe hotel in een schitterende omgeving
en met zalig eten. En ... een voederplek waar de meest
fantastische vogels langs kwamen ...
Zoals deze opvallende, tamelijk brutale
zwart/rode, Passerini's tanager, met rechts zijn vrouw.
Bovendien was er toevallig een jongeman aanwezig, die milieukunde
gestudeerd had, geïnteresseerd geraakt was in vogels en de
fotografie ervan en daar kon ik eens fijn mee overleggen!
Het was erg warm en er waren piepkleine bijtjes, die afkwamen op het
zout in je zweet. Ook de bovenkant van je handen zweet als het warm
is.
's Middags maakten we een wandeling naar
de rivier in de buurt. Viel niet mee, flink eind lopen, flink
heet. Het is natuurlijk ook een beetje debiel om in de
tropen om een uur of 2 te gaan wandelen.
Er viel ook nauwelijks wat te zien, behalve deze jacana, een vogel van op en nabij water, met ongelofelijk
lange tenen!, na.
En,
zo als bijna overal: knip-mieren, die stukjes
blad naar hun nest brengen om daar te laten fermenteren....
Gelukkig konden we daarna weer plaats
nemen bij de prachtige tuin met vogelvoerplek. En zagen van alles! Zoals de superieure
leguaan en de geweldige toekan hieronder. Of gewoon een fraaie
vlinder.
De toekan is chestnut mandibled toucan
en de vlinder ...?
Ook mooie en/of interessante bloemen in
de tuin. Links heet heel leuk Yesterday, today, tomorrow
omdat de bloemen als paars opengaan, de tweede dag lila zijn en de
derde dag wit. Rechts hoort bij de uitgebreide familie van de
gember.
Hoewel we een heel prettig onderkomen
hadden, in weer een grote tent, hebben we niet heel goed geslapen,
want er zaten een paar kerels tot laat in de nacht ergens vlakbij te
ouwehoeren tot wel een uur of 2 (wij altijd om 9 uur naar bed!), het was erg warm en het bed was smal/tweepersoons.
Maar verder was het er werkelijk heerlijk!!!
De baas van de tent maakte ons erop attent dat, ergens langs de
route naar het volgend onderkomen, vaak macaws te zien zijn, rode
ara's. Vlak voor Jaco (sic!), zo waren we
getipt, zijn er aan de zeekant een paar parkeergelegenheden waar ze,
als je even wacht, vaak langs vliegen. En ja, hoor, weer een beroerde foto, maar we
hebben ze gezien!
2 februari. Langs de kust naar het
Noorden. Via Quepos, daar waren we al eerder geweest, waar we een gasolinero
(benzinestation) en een bank zochten. In de kleinere plaatsen zijn
namelijk geen pin-automaten. Wel in Quepos, alleen moet je goed
uitzoeken waar en hoe je geld haalt. Niet alle ATM's accepteren
namelijk de Nederlandse pinpassen. Sommige zijn zelfs heel
kieskeurig en accepteren niet eens creditkaarten. Wat wel handig is
dat je naar keuze petoki's of dollars kunt opvragen en met beide (en
creditkaart) kun je overal betalen.
In San José hadden de straten namen, maar dat is helemaal
niet zo gebruikelijk in CR. Daar is het meer van: bij het huis
met de blauwe luiken linksaf ...
Costa Ricanen zijn diep
religieus heb ik horen vertellen, maar dat kun je ook al opmaken aan
de vele heiligennamen voor dorpjes en steden. Het begint al met San
José (Sint Jozef); San Gerardo was er ook een en verder hebben we
de meeste heiligen meer dan eens langs zien komen. Op dit verkeersbord
Jezus Maria en het lijkt erop dat eronder staat: 'Je leeft
nog!'
Kerkhoven waren vooral wit en hoekig. De graven zijn veelal afgedekt
met van die 15cm witte tegels. Een groot kerkhof doet bijna pijn aan
je ogen. Uit de routebeschrijving: 'Langs het ziekenhuis,
bergafwaarts naar de begraafplaats....'
Onze auto, nummerbord met 589 als het
begin van telefoonnr van Fr & Gita, onder een mangoboom. Dat is
de schaduwboom van Afrika. De Pool Kapuscinski (de accenten die erop
horen krijg ik via deze computer niet gedaan) heeft een prachtig
boek geschreven over Afrika. Ik heb het gelezen in het Frans, 'Ebène', en later nog eens in het Engels
'Ebony' en daarin het
laatste verhaal gaat over de mangoboom. Aanbevolen.
Rechts ons nieuwe verblijf
in Santa Elena dit keer, Valle Campana, met een heel aardige
gastvrouw. Monteverde heet het hier en het is een populaire plek,
waar veel te doen valt vooral voor jongeren: hoge loopbruggen door het
oerwoud, banen waar je af kunt roetschen, raften etc. Het waait wel
heel hard. We eten 's avonds bij een Soda, heel lekker, rijst met
bonen, iets van vlees, sla en gebakken plataan. En Salsa Inglese,
lang niet slecht.
Wel een prima huisje, met beneden een soort
keukentje met een heuse ketel: kunnen we een kopje thee
drinken. Lekker als buiten de wind om het huis giert.
Overal zijn trouwens de bedden zo mooi opgemaakt, soms met
bloemen erbij en altijd handdoeken gevouwen in de vorm van een
hart of van dieren.
Het was hier niet erg warm, overdag 18 - 20° en het woei
heel hard. Bij de luchtbrug e.d. later was het warmer en woei
het minder.
3
februari. Als we kwamen ontbijten, altijd met
lekker veel fruit, werd ook het gevleugelde volkje buiten
bediend. Die motmot zat dan al met een beetje nijdige kop te
wachten! Bluecrowned motmot.
Hier op de plank met een blauwe tanager helemaal links,
daarnaast een palm tanager en op de rug gezien een Dusky
thrush. De laatste ziet er ongeveer uit als een vrouwtje
merel, wat lichter van kleur, man en vrouw hetzelfde en vrij
saai. Dat is NB de nationale vogel van Costa Rica. Het schijnt
dat hij erg mooi zingt aan het begin van de regentijd, maar nu
even niet. Ik heb er wel eens 7 tegelijk op een voerplank gezien
en wat het meest opviel was het gekibbel!
Er was van alles te doen in de omgeving, Monteverde
geheten. Luchtbruggen en roetschbanen e.d. Nou, die
luchtbruggen door de toppen van het oerwoud moesten we maar
eens gaan proberen.
In zo'n dorp als Santa Elena, toch bepaald geen
wereldstad, kun je makkelijk verdwalen. Het centrum bestaat
uit 3 geasfalteerde wegen in een driehoek, erbuiten nog wat
asfalt, maar niet veel, geen straatnamen en/of
huisnummers.
Dus eerst rijden we behoorlijk verkeerd en dat geeft soms
problemen. De wegen buiten het dorp horen soms tot de hele
slechte wegen van onze planeet. Smal, veel stenen en kuilen en
weinig ruimte om b.v. te keren. Dat kan voor bejaarde heren
met de daarbij horende bejaardenproblemen wel eens lastig
wezen. Maar goed er werd uiteindelijk een boom en daarna ook
de juiste weg gevonden!
Een leuke wandeling met een (dit keer
heel goedkope) aardige gids, die jeuk op de tong had, zoals Ko het
altijd noemt en steeds bomen aanwees met de namen ervan. Ik houd
best van bomen, maar deze waren vooral groen. Wat ik wel altijd erg
leuk vind is zo'n 'tuinboom', een stam begroeid met van alles:
varens, mossen, bromelia's. Verder was er niet heel veel te zien,
soms een vogeltje en dat was dan weer weg als ik eindelijk in de
gaten had wáár ongeveer. Wel een quetzal zien vliegen: een streep
groen en weg was ie weer!
We hebben eigenlijk alle vakanties 'een foto voor Gita' - een foto
op een mooi plekje met ons allebei erop - gemaakt en ook nu
Gita er helaas niet meer is, toch een foto voor haar.
Naast het vertrekpunt van de luchtbrugwandeling was een kolibrietuin:
een plek met 5 standaards met feeders, waarop een aantal soorten kolibries
komen drinken.
Daar had ik nog wel een uur kunnen
blijven. De feeders hadden geen stokjes en voor zo'n feeder blijven
'staan' om te drinken kost zo'n klein vogeltje een hoop energie, dus
als je je vinger bij een gaatje houdt komen sommige kolibrietjes
graag even op je vinger zitten. Ze zijn helemaal niet schuw, wel
buitengewoon snel. Deze groene waren erg tam, er was ook nog een
blauwe, eentje met af en toe een turkoois petje, net hoe het licht
viel en op één foto te zien, en er waren er met wit en roestbruin,
maar ik kwam niet aan afstrepen in het boek toe: te lastig om te
zien wie wie was en te leuk om te kijken. het had iets heel
ontroerends. Ze snorren door de lucht, heel grappig.
We hebben maar één redelijk scherpe
foto overgehouden: helaas op de rug gezien!
Op de terugweg zagen we een armadillo en 3 baby
coati's.
Na een kopje koffie met taart in een soort konditorei -Choco
Café Don Juan- zijn we naar de vlindertuin elders
gegaan. De vlindertuin zelf was een tikje armoedig, maar er
viel wel e.e.a. te zien, zoals de mooie, smalle vlinders die
passiebloemplanten als waardplant hebben.
De blauwe zakdoeken, linksonder, zie je regelmatig vliegen.
Ze gaan niet eens erg hard, je kunt ze goed met de ogen
volgen, maar moeilijk fotograferen en als ze gaan zitten:
direct vleugels dicht. Ook die smalle vlinders hebben we
regelmatig gezien.
Onverwacht leuk was een college over
insecten. De vlindertuin was van een echtpaar Amerikaanse
entomologen, helemaal bezeten van insecten, waarvan de vrouwelijke
helft een buitengewoon grappig en informatief verhaal over de creepy
crawlies hield. Ze liep b.v. tussen de rijen publiek door met een
mega kakkerlak en liet de mensen naar 'zijn' gezicht kijken. Tot
mijn grote genoegen hadden ze ook een bidsprinkhaan, een volwassen
vrouwtje, niet erg groot en verdorie de foto is weer niet echt
scherp ...
4 februari. Over
een allerberoerdste weg, makkelijk bij de toptien van slechte wegen
die we in ons leven ontmoet hebben (met op nr 1 de weg bij Maralal
in Kenia met kuilen van 1 meter breed en 50cm diep!) gingen we op
weg naar de volgende bestemming: Rancho Margot, ook in Monte Verde.
Dat was niet echt ver weg, hemelsbreed misschien 40 kilometer?, maar
om er te komen moesten we om een meer heen. Het eerste stuk
was dus verschrikkelijk, maar na een km of 30 kwam er asfalt en ook
een stadje, Tilaran, met een plaatje van een groente- en
fruitwinkel. Lekkere mandarijntjes zijn nooit weg!
Het meer was een beetje grijzig, het weer
trouwens ook. Er waren helemaal geen bootjes o.i.d. op te zien
en watervogels ontbraken ook.
Rancho Margot is een zichzelf bedruipend bedrijf
(letterlijk en figuurlijk, want o, wat was het er nat!) Water
genoeg, elektriciteit via dat water. Eigen vee, koeien,
varkens, kippen. Eigen groenten, die weer gekweekt worden met
behulp van de mest van het vee en ook met behulp van wormen!
(heel wat mooiere wormengrond dan ik tot nu toe in mijn
wormenbak heb gekregen!). Eigen zeep en honing.
We kregen een leuk huisje, maar wel tamelijk ver van het
centrale gebouw en het weer werkte niet mee.
Het terrein was erg mooi onderhouden met o.a.
hier en daar orchideeën en op alle huisjes een groen dak!
Je moet toch wat, dus we besloten 's avonds
met de nachtwandeling mee te gaan.
Voor die wandeling in de
regen moet je dan wel 50$ betalen met z'n tweeën en het
leverde slechts 2 kikkertjes op!!! Wel een leuk kikkertje met
die rode oogjes.
Dan maar slapen in een alweer fraai opgemaakt
bed.
De jongen waar we gisterenavond mee gewandeld hadden
kwam waarschuwen dat er een fraaie basilisk te bewonderen viel. Hij
was blij, dat ie ons toch nog iets leuks kon laten zien!
5
februari. Gisteravond regende het al, nu nog
steeds. Forse buien, af en toe even zon. 18 - 25°, gelukkig geen
muggen.
Dus zaten we een dag tegen dit fraaie landschap aan te kijken,
vol nattigheid, maar ook altijd weer iets te zien. Zoals een
paar zwarte gieren in die grote boom, links aan de overkant.
Eentje zit zich als een aalscholver te zonnen als het even kan.
Er scharrelt een woodthrush (lijster, niet in het boek,
dus minder algemeen) rond en het aangevreten blad ernaast is
geen schade door rupsen (geen rups gezien), maar door
bladmieren.
Ko houdt zich uiteraard bezig met de techniek.
Er moet altijd van alles worden opgeladen en hij heeft
daarvoor een compleet pakket aan kabels, stekker en
laders bij zich.
We hebben ook een hele zooi boeken op de tablets.
We zaten hier bij de beroemde vulkaan, de Arenal, maar
hebben die hele vulkaan niet gezien door het dichte wolkendek.
We hebben wel heel veel plezier beleefd aan de oropendula's.
Ik had de eerste middag al een heel gek geluid gehoord. Daar ga je
dan achteraan en je bent blij als je het beest gezien hebt, dat dat
geluid produceert: Montezuma oropendula.
De volgende morgen zat er een in dezelfde boom als die gieren.
Datzelfde gekke geluid, maar de gymnastiek die er bij hoort is erg
vermakelijk. We hebben later nog heel veel oropendula's gezien. Het
is familie van onze wielewaal.
6 februari. Bij
het ontbijt gekeken naar een kolibrietje dat met een nestje bezig
was aan een orchideeënblad en ineens kwam er een heel klein
bidsprinkhaantje langs, niet groter dan een cm of 3 en m.i. wel
volwassen. Veel foto's zijn beroerd, uiteindelijk is er toch een
goede van de bidsprinkhaan, maar wel ongeveer 3x groter dan in
wekelijkheid.
Met een transportwagentje van dit oord worden we
met bagage naar de auto gebracht. W.s. kan het hier heel leuk zijn, maar
de regen gooide roet in het eten.
Dan op weg van Rancho Margot naar Pital, koffie
drinken, en dan naar Boca Tapada/ Maquenque. Dat laatste stuk kan ook hoog op de
lijst van de beroerdste wegen!
30 kilometer verschrikking waarop je maar zo'n
10-15 km/u kon rijden.
De weg voerde o.a. langs ananasplantages en véél
bomen.
We hadden nog nauwelijks 'wild' gezien: een paar apen, 2 of
3 keer een luiaard, 'n paar keer een coati en - leuk - een
armadillo. Als je in Afrika bent zie je van alles, althans
waar wij heen gaan in Afrika: gazelles, varkentjes, giraffes,
nijlpaarden, olifanten, mongoose, apen, van alles.
Uit
verveling zijn we maar lelijke hondjes gaan fotograferen. Viel
nog niet eens mee!
Maar we belandden uiteindelijk wel op een
verrukkelijke plek en die heette, heel toepasselijk: Pedacito de
Cielo; dat betekent: een stukje van de hemel! in Maquenque/ Boca
Tapada, naar
de gelijknamige rivier, vlak bij Nicaragua.
Het kwam vanzelf allemaal langs: die rode (Summer tanager) en
zijn gele vrouw hieronderen o, wat jammer, dat we geen
betere fotografen zijn en niet werken met van die supertelelenzen.
De kiskadee rechts was de enige vogel die ik vroeger al gezien en
gehoord had in Amerika.
Niet alle foto's zijn echt slecht. Het
kolibrietje hierboven lijkt al op een kolibrietje! Die
hierboven is een shining honeybird *) maar staat niet in mijn
boek en ik kan hem ook niet op internet vinden. *) Cor
stuurt mij bericht dat dit Dacnis cayana is en in het
Nederlands blauwe pitpit.
Shining honeybird was de naam op een grote soort kaart met
vogelfoto's en bijbehorende namen in de ruimte waar je 's morgens,
met een kopje koffie, vogels kon kijken/fotograferen. Ik heb een
redelijk goed boek meegenomen naar CR, 'The wildlife of Costa Rica'
(Zona Tropical publication) van diverse schrijvers, met daarin
behoorlijk goede plaatjes van de meest voorkomende zoogdieren,
vogels, reptielen, insecten etc. Heel bruikbaar, maar uiteindelijk
kom je dieren tegen die er niet instaan. Een grote vogelgids is
leuk, maar als er b.v. 15 gele vogeltjes bij elkaar staan is het
bijna onmogelijk om zonder kenner in de buurt, de juiste soort af te
strepen. Zeker als je niet al te beste ogen hebt (ze zijn wel een
stuk beter dan voor de staaroperaties!)
Die hieronder
man en vrouw Green honeycreeper. Je kijkt je slechte ogen uit,
toch?
7
februari. Het kijkfeest begint 's morgens om een uur
of 6. Eerst komen de papegaaien: 3 soorten, de kleinste het laatst.
Maar dan slaat het noodlot toe, een havik valt uit de lucht en pikt
een van die kleine papegaaitjes mee. Gelukkig weet het vogeltje zich
te bevrijden, maar het komend half uur laat zich geen vogel meer
zien.
Wij gaan na het ontbijt varen. Allemaal een zwemvest aan. Of
dat helpt tegen de krokodillen valt te bezien, verder hebben we het
niet echt nodig lijkt me. Er zijn kinderen in de boot en die willen
lekker griezelen van krokodillen. Mij kunnen ze gestolen worden.
Gelukkig zien we eerst een schildpad. Die zijn meestal schuw en
direct weg, maar deze bleef rustig zitten en zat er op de terugweg
nog. Opgezet?
Een paar krokodillen, een paar apen, een
niet zo algemene reiger (Bare throated tiger heron), een
ijsvogelen wat
standaard uitvoeringen van de reiger in blauwgrijs en wit. Maar leuk, op het
water.
Aan de overkant gaan we er even uit; We krijgen
te zien hoe sap uit suikerriet wordt geperst en proeven stukjes jonge kokos;
dat is heerlijk!
Bij een school is de rand van het pad afgezet met kokosnoten
en sommige ervan lopen uit, als je goed kijkt kun je het
zien.
Hieronder Blackcheeked woodpecker
We eten in deze lodge ook verrukkelijk. De eigenaar
is ook de chef en hij maakt b.v. een zalige saus voor
spaghetti. Het was niet zo moeilijk, zei hij en somde op hoe:
van zachtjes uien stoven in boter met knoflook en olijfolie;
beetje laten karamelliseren en dan verse tomaten en wat
oregano, eigengemaakte kippenbouillon, tijm, laurier,
basilicum ...
Ze stonden 's middags met z'n vijven wel een uur of vier in de
keuken.
De toekans kunnen niet wachten
totdat de voorraad op de voerplaats wordt aangevuld. Ze zijn minder
bescheiden dan alle andere vogels die zitten te wachten. Allicht, zegt
Ko, ZIJ hebben een grote bek!!
Montezuma oropendola's (hieronder) genoeg hier. De foto
links is
niet goed, maar er staan er een stuk of 6 op. De vliegende
idioot. Groot beest trouwens, wel een cm of 40.
Oropendola's maken een groot geweven nest, een soort lange
zak, en met een flink aantal bij elkaar in een vrijstaande
boom, veilig tegen b.v. slangen. Dat had ik lang geleden (maar
vóór de digitale camera) al eens gezien in Brazilië en
wilde het nog wel eens bekijken.
Onze gids zei, dat er tussen de lodge hier en het volgende
dorp zo'n boom met nesten was, een km of 10 over die rotweg.
Ko is nergens te beroerd voor als hij mij blij kan maken
... Nooit die boom gevonden, maar wel een foto van een
Costa Ricaans huis in een minder welvarende streek, een eindje
verderop.
Tot de vaste bewoners van het terrein hoorden 2 leguanen in de boom
bij de eetzaal en coati Felipe, die af en toe langs kwam voor een
maaltje banaan.
Hier troffen we de eerste plek waar stekertjes
zitten. Je hoort of ziet ze niet, maar ze slaan toe tussen pak weg
½4 en als het donker is. Gelukkig niet in de alweer fraaie slaapkamer. Daar
woont wel een hele grote nachtvlinder, een pijlstaart zo te zien.
Niet alle Costaricanen leven in een riant
onderkomen.
8 februari. Wij
moeten (helaas) weer weg: we hebben hier enorm genoten en de
mensen waren ook erg aardig.
Naar de volgende plek. Eerst even afzien
op 30 kilometer hobbels en kuilen langs de ananas en zo,
koffie drinken in Pital en verder in de richting van Puerto
Vieja. Vóór P.V. moesten we linksaf bij de heladeria =
ijssalon, maar dat was inmiddels een kerkhof geworden, met op
de andere hoek een tandarts ...
Sarapiqui heet het hier. Puerto Viejo is een dorp van
niks. We hebben er 's avonds gegeten, ook niks, eigenlijk de
enige keer.
Een van de eerste dingen die moeten gebeuren is
het regelen van de techniek. Zorgen dat de camera's op tijd
worden opgeladen is echt noodzakelijk. Zeker de 'grote'
camera, die met de betere telelens, was vrij snel leeg.
Ook de tablets om onderweg te kunnen lezen vooral en om je
e-mail te kunnen bekijken, moeten regelmatig een beurt
hebben.
Maar het is stukken eenvoudiger dan tijdens onze eerste
verre reizen samen, toen Ko trucjes moest uithalen met een
lamp: lamp eruit, ding erin met stopcontactjes erin, heel
ingewikkeld. Want toen moesten er steeds batterijen voor de
videocamera worden opgeladen!
Leuke kat hier.
We krijgen koffie die ter plekke gefilterd wordt. Niet dat het erg
lekker is. Ook hier een voerplank bij het restaurant en daarop
'natuurlijk' Passerini - we worden blasé en fotograferen de
veelvuldige bezoekers niet meer! - en oropendola's en zo.
Dan krijgen we iets bijzonders te zien: Helmeted inguana. Wat
een prachtig beest.
Ko is inmiddels al behoorlijk vaardig geworden
met de grote camera, al blijft het focussen moeilijk.
Een leuke toekan is ook nooit weg. Deze heet Collared
aracari, de vrolijkste van de 4 soorten die er in CR zijn
en waarvan we er 3 gezien hebben.
We moeten ook wel iedere reis iets cultureels
doen van onszelf, een kerk of een museum bezoeken of zoiets.
Eigenlijk zijn we daar te lui voor, maar we hebben voor morgen
iets verzonnen. We gaan een cacaoplantage bezoeken.
9
februari. Die is hier vlakbij, niet in Puerto
Viejo, maar de andere kant op. We zien onderweg een restaurant
dat er heel wat aantrekkelijker uitziet dan dat in 'de stad',
mooi voor vanavond!
Er komen kleine bloemetjes aan de cacaobomen en
die worden, als de omstandigheden goed zijn, bevrucht door een
soort vliegje of mugje. Daar groeit dan, als alles goed gaat,
een vrucht uit, soms gewoon tegen de stam. Als de vrucht
oranje of rood wordt is hij rijp. Helaas worden veel vruchten
aangetast of opgegeten door allerlei beesten, coati's en
eekhoorns b.v.
Hieronder een opengesneden rijpe vrucht. De cacaobonen zijn
de pitten in die witte partjes. Het vruchtvlees is een beetje
zurig, niet onsmakelijk, maar het gaat om de boon erin.
Vruchtvlees met pitten gaat 7 dagen in een
fermenteerkastje - op een plek waar zulke dingen met de hand
gedaan worden dan - en daarna worden de pitten gedroogd,
geroosterd en gemalen, waarna er tenslotte iets tevoorschijn
komt dat op cacaopoeder begint te lijken. Dat wordt dan
gemengd met suiker en vanille en zo.
Je begrijpt niet hoe iemand erachter komt dat je van die
rare vruchten chocola kunt maken.
Het was heel interessant en de jongeman sprak goed Engels,
dat helpt altijd.
We zagen hier in het bos voor het eerst van die groene kikkertjes,
waar CR zo bekend om is. Er waren er best veel en ze waren ook niet
bijzonder schuw, maar weer: lastig om goed te fotograferen. Het was
ook hier niet zulk mooi weer, wel warm en er werd ook wel af en toe
gestoken ... Het rode kikkertje, met blauwe poten, hebben we maar
een enkel keertje gezien. We zijn 's middag terug gegaan om de
kikkertjes te fotograferen, maar beestjes fotograferen kun je beter
's morgens doen als alles en iedereen wat actiever is.
Ook hier aardig wat regen.
Bed in huisje 33 en tanager, die ik niet met zekerheid heb kunnen
determineren. Palmtanager? Wel vaak gezien, dus zal wel. Maar
grijsblauw en zwarte vleugel klopt niet echt met de beschrijving in
het boek. 9 februari. Nu gaan op weg
naar ons laatste verblijf. Enorme tropische gietbuien onderweg. We
gaan ergens koffiedrinken, maar kunnen elkaar niet verstaan door de
herrie van de regen op het dak! Gelukkig duren de buien meestal niet
erg lang.
We rijden eerst naar de grote havenstad Limon, maar
daarvóór een complete stad met zeecontainers.
Daarna langs de kust naar Congo Bongo, een verblijf in de jungle,
bijna op de grens met Panama. De eigenaar ervan, Daan, is een vriend
van mijn jongste dochter. Claire is er jaren geleden geweest en was
er helemaal verrukt van.
We krijgen een huisje, Caribean Dream. In de late middag kan
ik nog wat rondlopen, terwijl Ko zich bezig houdt met de
apparaten. Ik zie een enorme waterjuffer, wel een cm of 10,
die haar vleugels op een bijzondere manier gebruikt, maar hoe kan ik
niet goed zien en/of beschrijven. In mijn boek heet zij Helicopter
damsel fly. Tussen de struiken hangen ook veel spinnenwebben met
daarin Golden orb weaver.
's Avonds aten we in Manzanillo, een klein gat een km verderop, met een supermarktje en
een twijfelachtig restaurantje. We hebben wat te eten voor het
ontbijt nodig, want je kunt in Congo Bongo logeren, maar verder
niet. Het huisje is trouwens heel goed ingericht, met een keukentje
en ruime zitgelegenheid op het platje, een tafel om aan te eten,
lezen of puzzels te maken, twee slaapkamers en een heerlijke
douche.
We zullen de komende dagen -
we blijven 4 nachten - vnl naar buiten zitten kijken. In oerwoud zie
je niet echt veel, maar als je steeds op de zelfde plek bent leer je
daar
de bewoners kennen: het is b.v. het domein van een paar eekhoorntjes en die weten
in rap tempo, dat er een banaan op de barbecue ligt. Er is een
kikkertje dat iedere morgen even langs komt, er zijn hagedisjes, er
woont een vrij lelijke blauwe krab in een holletje naast het
terras. Op een middag ging dit vogeltje (Olive backed euphonia) vlak
bij een tijdje zitten zingen. De planten en plantjes hebben vaak van die
prachtige groeiwijzen, zoals dat kleintje - een soort peperonia
- hieronder over een grote
steen!
Het strand was dichtbij. Over o.a. een pad,
gemaakt van 207 autobanden met daarin kiezel in cement, liep
je er in een minuut of wat heen. Lekker fris water aan deze
Caribische kant.
Aan het eind van de middag zijn we naar Puerto
Viejo gereden, een kilometer of 10 terug. Daar was het
behoorlijk druk, met winkeltjes, restaurantjes en veel mensen.
Oorspronkelijk mangrove terrein aan de bomen te oordelen. Thais
gegeten; het had ernaast gelegen ...
Op tijd naar bed: meestal liggen we er om
een uur of 9 in!
's Nachts en volgende dag regen. We worden 's morgens wakker van
de apen. De verschillende troepen in de buurt laten
elkaar via een luidruchtige brulpartij weten waar ze
zich bevinden.
Na de apen komen de verschillende vogels. De eerste
heeft een soort ambulance geluid. Een volgende fluit
vier nootjes naar beneden fis, e, d, c. Die heb ik
gezien: zwart, iets kleiner dan een merel, dikke snavel
van een zaadeter, maar welke het nou was? Andere vogels
die we hoorden, heb ik niet gezien, te veel begroeiing! Er was er ook
nog een met het geluid van een achteruitrijdende
vrachtauto: dezelfde noot steeds herhaald en telkens
harder.
Ook zijn er elke morgen een groepje van
vier toekans, een van de weinige geluiden die ik aan de
bijbehorende vogel heb kunnen 'plakken'.
's Middags komt Daan ons vertellen hoe het zo gekomen
is. Je kunt je toch absoluut niet voorstellen hoe je het
aanpakt om een
toeristenoord te beginnen in het oerwoud?
Hij zat in de bloemen, zo vertelde hij, en zag
het niet meer zo zitten in Nederland. Volkomen te begrijpen!!!
Dus was ie zo hier en daar gaan kijken naar een plek om iets
met toeristen te beginnen, o.a. in Tanzania. Volkomen te begrijpen!!!!
Uiteindelijk vond hij een stuk van 9 hectare
hier in Costa Rica. En ging er een keer MET ZIJN MOEDER heen
om nog eens goed te bekijken en dat werd het. (Van die moeder,
dat vind ik echt geweldig: ik kan me absoluut niet
voorstellen, dat ik met een van mijn dochters ergens op de
wereld naar een stuk land ga kijken. Maar misschien moet je
daar zoons voor hebben)
Toen het zover was toog hij met twee koffers naar Costa Rica en huurde een kamer in
Manzanillo. Van daaruit begon het werk. Het terrein was een
cacaoplantage, maar er zat schimmel in de bomen en dus moesten
die eerst allemaal opgeruimd worden. Toen er wat kale plekken
waren is hij begonnen met het bouwen van zijn toekomstig eigen
huis, maar zodra er een vloer en een stuk dak waren heeft hij
zijn hangmat er opgehangen en is er gaan wonen, Vlakbij was
een riviertje om zich te wassen.
Van lieverlee kwamen er kwamen er 7 huisjes. Om e.e.a. te
bekostigen verkocht hij 3 hectares aan andere belangstellenden
en nu heeft hij voldoende inkomen aan de verhuur om een goed
leven te hebben met vrouw en dochter. Ondernemend hoor!
Je kunt er een comfortabel huisje huren, er is een keuken met een kleine
hoeveelheid eerste behoeften zoals suiker, koffie, een
waterfilter. Spullen goed opslaan, want wasberen e.d. komen je
fruit en brood roven als je niet oplet. Als je wel oplet ook, zoals wij ondervonden met ons heerlijk stokbrood van een
echte Franse bakker in Puerto Viejo ...
Wij gaan gewoon weer verder met kijken.
Hieronder een leuke hagedis (brown spiny lizzard) en
rechts een duizendpoot, die niet te vertrouwen is, zoals de
scolopendre in Frankrijk. Maar deze beweegt niet zo snel als
die enge Franse dingen en als hij na 3 dagen er nog net zo bij
ligt denk ik dat hij misschien wel dood is. Als ze gestoord
worden spuiten ze iets met o.a. blauwzuur erin.
Weer een ander soort passiebloemvlinder.
Eindelijk maken we een goede foto van het
fraaie, giftige, groene kikkertje. Green and black poison
dart frog heet ie in mijn Engelstalige boek, groene
pijlgifkikker zeg maar. Elk kikkertje heeft zijn eigen
patroon, net als het Friese stamboekvee in Nederland! Zo groot
als op de foto.
We hadden de tweede dag nogal wat regen. Dan
kun je natuurlijk gewoon naar buiten blijven kijken, of lezen of
puzzelen. Het laatste met een eigenaardige bijkomstigheid: de
luchtvochtigheid was tegen de 100% en dan wordt alles klam,
ook het papier van je puzzels: kun je je vergissingen niet
uitgummen!
Als Ko rustig zit te lezen valt er plotseling
een 'tjitjak' uit de lucht. Kleine hagedisjes in de kamer zijn
heel algemeen in de tropen en iedereen laat ze met rust, want
ze vangen lastige insecten. Ze maken geluid, een paar kleine
blafjes achter elkaar.
Deze is absoluut niet bang en laat zich een stukje koek goed
smaken. Ook hieronder rechts.
Een ander
leukerdje was klein, maar die zag je wel overal.
Meestal hangt ie ergens aan een plant, of
springt van het ene blad op het andere, maar komt ook
wel eens even buurten. Soms laat ie ineens een gele,
halfronde flap aan zijn keel zien. Pacific anole.
De blauwe krab vond ik minder aantrekkelijk dan
de rode van een week of wat terug. Ingewikkeld beest, waaraan
de onderdelen moeilijk te herkennen zijn.
Ik bleef maar genieten van de fraaie groeiwijzen, zulke
mooie bladeren b.v., die de boom als het ware inpakken.
Ineens kwam Daans vrouw ons waarschuwen dat er apen in de
buurt waren. Het blijft vrijwel onmogelijk om goede foto's te
maken met tamelijk beperkte middelen en ook vrij weinig tijd.
Als je 3 maanden met een goede telelens op driepoot in de
jungle zit lukt het w.s. beter!!
Links 1 en 2 een puber en rechts een moeder met
baby, maar je moet goed kijken om het koppie van de baby te
zien en moeders hoofd zit achter bladeren. Maar we hebben ze
dit keer beter gezien dan de vorige twee keer. Noor en
Tjeerd vertellen dan achteloos, dat ze bij hen op het balkon
kwamen zitten en dat de tapirs aan hun handen kwamen snuffelen
... Die hebben vast geen tjitjak bestudeerd!!
De 3e dag brachten we een bezoek aan een opvangcentrum voor
allerlei dieren. Er waren onverwacht veel mensen en die werden
verdeeld in groepen met Spaanse, Franse en/of Engelse
begeleiding. Goed georganiseerd en heel schoon. Zo kun je een
slang nog eens mooi portretteren. Wel door glas. Mooi beest
hè?
Ik geloof dat Claire hier een gevallen
luiaardbaby naartoe heeft gebracht. Daar waren er een
aantal van, heel schattig. Leuk om een luiaardbaby te
zien gapen.
Iets verder linksonder: tweetenige luiaard en een erg
mooie uil rechts. Die uil had een gebroken
vleugel en de botjes daarin zijn zo teer dat ze meestal
niet gerepareerd kunnen worden.
Andere dieren, ook giftige slangen en zo, gaan terug
naar het oerwoud, als het mogelijk is.
In Congo Bongo slapen we onder een grote
klamboe. Ook hier zitten stekende beestjes, die in de late
middag toeslaan. Ik zit onder de bulten, maar je moet er wat
voor over hebben om in de tropen te kunnen vertoeven. Dat doet
ook wonderen voor je huid b.v. kloven en droge plekken zijn
binnen een week weg. En voor je ogen is een vochtige omgeving
ook heel lekker.
De volgende dag komt er
jammer genoeg een eind aan deze paar heerlijke dagen. Wij vonden het
hier erg fijn, plus de lekkerste douche van heel Costa Rica. De was
wordt voor je gedaan als je dat wilt. Zomaar!
Lange reis terug. Ko let op de borden en zo, ik kijk uit
het raam, naar wat er groeit, bloeit of vliegt.
Opeens zie ik een grote vogel met een geel puntje aan zijn staart:
oropendula, weet ik direct, nu ik betere ogen heb dan voorheen! Hij
vliegt naar een boom met ... nesten!!! STOP!!!
De boom is niet zo mooi als het exemplaar ooit
in Brazilië gezien - dat was een brede, tropische loofboom -
maar toch. Als je goed kijkt: er zit er zelfs een in!
Via Limon en de containerstad rijden we terug naar San
José. Het is niet eens erg ver, maar een groot gedeelte van
de weg gaat door de bergen en tref je dan een langzame
vrachtauto vóór je dan schiet het niet op.
We komen o.a. door Cartago. Daar zijn we al
eerder geweest. Vroeger was het de hoofdstad, met een kathedraal
en
superdruk. Alle huizen en winkels zijn beveiligd met stevige
hekken. De geldautomaten werken na 10u 's avonds niet meer
i.v.m. veel criminaliteit, maar wij vonden bijna alle mensen
die we tegenkwamen buitengewoon vriendelijk.
In San José raakten we de weg een beetje kwijt en kwamen
daardoor in een enorme file terecht Er werd ergens een brug
gerepareerd en die hadden we kunnen vermijden! Anderhalf uur
ellende. Daardoor kwamen we jammer genoeg een beetje laat, een
uur of 5, aan bij ons laatste logeeradres. Ko ging de auto
voltanken en ik nam de gelegenheid waar om nog gauw even rond
te kijken. Het was al te donker voor foto's, maar potverdrie wat een leuke specht!! en wat een geinige gaai!!! En er zat
nog veel meer, ik hoorde van alles. Dagje langer blijven voor
een vogelliefhebber of -ster. Deze twee gepikt van internet.
We logeerden in Alajuela Dos Palmas la Garita.
We slapen wat onrustig en moeten morgen erg
vroeg op: om een uur of 6 worden we gehaald voor de rit naar
het vliegveld.
De reis was verder niks bijzonders: lang. In Toronto ligt
er dit keer sneeuw. We moesten er 6 uur op onze
aansluiting wachten.
Op het vliegveld grote ruimtes met aan elke tafel een i-pad. Kon je o.a. eten mee bestellen. Indiaas.
Donderdag 16 waren we om een
uur of 11 weer op Schiphol. Joop stond als altijd op ons te wachten.
We boffen met zo'n goede vriend!
Bijzonderheden:
ruim 1000 foto's gemaakt, ongeveer 300 gebruikt.
Ongeveer 2000 kilometer gereden.
74 soorten (bijna allemaal tot op dan onbekende) vogels
gezien/gedetermineerd en 7 of 8 waarvan ik niet weet wat het was.
Een naam vanmorgen van Cor gekregen.
Tig bloemen, planten, struiken en bomen bekeken (zie erna-midi), waarvan een stuk of 10 nog zonder naam.
Niet ziek geworden, water uit de kraan kun je drinken, in Congo
Bongo en omstreken wat voorzichtiger zijn.
Ko heeft wat last van zijn keel gehad en vond prima pillen bij een
apotheek, waardoor het snel weer OK was.
Ik vond het eten erg lekker: rijst met bonen is prima voer, vooral
als de rijst goed klaargemaakt is en dat was overal zo. Beter dan bij de
gemiddelde Nederlandse Chinees of zo.
We hebben gereisd met Edventure
(www.edventure.biz) een
Nederlands reisagentschap, gevestigd in Costa Rica en zijn daar dik tevreden over. Alles klopte, behalve op
het eind van de routebeschrijving naar Sarapiqui: vlak vóór Puerte
Viejo, was de ijssalon overgenomen door een tandarts, wel weer vlak
bij het kerkhof, haha! En toen we lastig waren en een dag eerder
wilden vertrekken uit de koude bergen, was e.e.a. zó geregeld!
Op 22 februari 2021 agekeken