Koud index |
Ik ben vernoemd naar mijn tante, Soeur Marie Ernesta. Zij
was een klein, tanig wijffie in een klooster alwaar zij de naam Ernesta –
Marie was automatisch - had gekregen of gekozen, dat weet ik eigenlijk niet.
Brieven onderschreef ze met ‘Tante Dina’ , maar áán haar schreef ik altijd
‘Lieve tante Ernesta’… In haar werkzaam leven stond zij aan het hoofd van
een meisjesschool in Paramaribo en met beide voeten op de grond. Het was een
leuk mens en ze schreef onderhoudende brieven. Die ze ondertekende met al eerder
vermelde Tante Dina + Jezus, Maria en Josef. Gezellig wel!
Pas toen ik een jaar of vijftien was ontmoette ik haar voor het eerst. Ze kreeg
niet zo vaak verlof en heel vroeger mocht ze volgens de in het klooster geldende
regels ook niet bij de familie op bezoek komen, alleen maar door de ramen naar
binnen kijken.
Een aantal jaren later veranderde dat en - ik had inmiddels een gezin - logeerde ze eens bij
ons. Ik herinner me dat het volop zomer was en ik haar kon
trakteren op haring en op aardbeien met slagroom. En dat ze het koud had. Het
was lekker warm zomer weer en zij wilde een warme doek om haar magere schouders.
Ik denk vaak aan haar, omdat ik het ook zo dikwijls koud heb. Als kind al
sliep ik in mijn onverwarmde slaapkamer in foetushouding met mijn knieën tegen
mijn kin en werd wakker als ik me omdraaide, want dan kwam ik in koude zones
terecht …
Het is winter in Pierrue. Ondanks het feit dat ik ooit op school geleerd heb dat
in Zuid Frankrijk een Middellandse-Zeeklimaat heerst met warme zomers en milde
winters, is daar met enige regelmaat niets van te merken.We schrijven februari
2005 en sinds eind januari zijn we hier. In de afgelopen drie weken zijn er twee
voorjaarsachtige dagen geweest en heeft het drie dagen geregend met een graad of
8 en zonder wind. Goed uit te houden. De rest van de tijd heeft de Tramontane
gewaaid, een harde, droge, koude wind uit het noorden. Daarbij zijn de
temperaturen de laatste dagen tot onder nul ‘s nachts en overdag iets van +3
graden gezakt.
Nu is dit huis niet echt makkelijk warm te krijgen. De isolatie is maar matig,
de ruiten zijn erg dun, overal
kiertjes en tocht, een stenen vloer, geen buren beneden die voor wat opwarming
zorgen etc. Maar zo’n 22 graden in het woongedeelte halen we wel. De
vochtigheid in huis is echter moeilijk boven de 30% te krijgen, ondanks een
machine die wel twintig liter water per dag wegstoomt.
Ik blijf het maar koud hebben. ’s Morgens – na de douche die, op de douche
zelf na, niet echt plezierig is in een kille ruimte die een half uurtje tevoren
wordt opgewarmd door een eenvoudig muurkacheltje – hul ik mij in: basis
ondergoed, zo’n lekker thermohemdje van de Hema – T-shirt model, dun, warm
en na het wassen in een mum droog! -, dikke panty, wollen sokken, wollen trui,
dikke lange broek en dik, wollen vest. Af en toe kan dat vest even uit, als ik bijvoorbeeld de vloer
dweil of zo, maar meestal blijft het aan. Heb ik het dan warm? Nou nee, niet
echt! Raar, dat je met zo veel warme kleren aan het koud kunt hebben, terwijl
het in de kamer 22 graden is. Als het buiten 22 is heb je genoeg aan een
T-shirtje.
Heel veel mensen hebben het al gauw te warm. Ze zetten de verwarming op 18 of 19
en vinden dat al bijna te veel. ’s Zomers krijgen ze het moeilijk op de weinig
zomerse dagen die Nederland te bieden heeft. Beklagenswaardig zijn ze, want op
een gegeven ogenblik kunnen zij niets meer uittrekken! Tegen de tijd dat die
meeste mensen beginnen te klagen over de hitte, 27, 28 graden,
ga ik me pas lekker voelen en krijg ik zin om de berging schoon te gaan
maken of eens lekker te gaan spitten.
[Uitgeverij van Kampen heeft bij haar honderdjarig bestaan een aardig boekje uitgegeven: interviews met een aantal honderdjarigen, onder wie Hendrikje van Andel, op dit ogenblik de oudste mens ter wereld, en mijn leuke tante Ernesta. 'Eeuwelingen' heet het geloof ik.]
index |