Vandaag is zo’n dag waarop de wereld eindigt bij het kerkje van Pierrerue. De wolken
hangen laag over het dal en het miezert.
We zijn naar de markt geweest om onze wekelijkse portie ‘Exotique’ te halen,
noodles deze week, volgende week rijst!
Ik heb het geleende boekje met ongewenste planten teruggebracht bij Daniel, de
tuinman. De ongewenste planten zijn soorten die op een of andere manier in
deze omgeving zijn terechtgekomen en nu de inheemse flora in de weg zitten.
Daar hoort b.v. een vlinderstruik bij en een seneciosoort die ik toevallig
heel leuk vind en me daarom in verlegenheid brengt: wel of niet uitrukken, dat
is de kwestie!
Ik heb al het internet afgespeurd naar een tweede kat. Nu Camilla dood is toch
maar gezelschap zoeken voor Kleine Poes. Zonder succes, overigens.
Ik heb een plant opgezocht in een van de vele plantenboeken. Ik heb even naar de cryptogrammen van de NRC en de Volkskrant gekeken zonder één
woord verder te komen. Ik wou dat we vanmiddag konden bridgen, ergens. Want als je nauwelijks vrienden
hebt in de omgeving en de schaarse vrienden die je hebt bovendien allemaal in
Nederland zitten in deze tijd van het jaar en het is zo’n grauwe,
oninspirerende middag, dat de tuin ook niet lokt en je niet de hele dag wilt
lezen en de tv niets te bieden heeft, dan wil de verveling wel eens toeslaan.
Maar dat kunnen we niet hebben!! Ik ga dus appeltaart bakken.
Nu kan ik de heerlijkste puddingen maken en ben ook voor het overige geen
onverdienstelijke kookster, maar taarten bakken ligt me niet. Toch moet een
appeltaart ongeveer het makkelijkste zijn wat er op dat gebied bestaat. Dus
heb ik deze week al appels aangeschaft en een citroen, gekeken of ik ergens
een springvorm kon vinden (nee dus, want Frankrijk is in sommige opzichten
volslagen achterlijk) en een recept uitgezocht waarvoor dan maar geen
springvorm: tarte tatin, uit een appeltaartenboekje van Margriet.
Van bloem, boter en een snufje zout moet ik een soepel deeg kneden met behulp van
een beetje koud water. Hoevéél koud water vermeldt de bron niet.
Ik ben een
voorzichtig type, dus ik neem heel weinig koud water. En nog een keer heel
weinig. En nog een keer. Er ontstaat iets dat aan alle kanten aan mijn handen
plakt, zodat ik niets anders meer kan vastpakken. Soepel is het zeker niet.
Meer water? Straks wordt het vloeibaar en het recept maakt nergens gewag van
vloeibaar. Nou, dan maar in de koelkast ermee. 30 minuten laten rusten.
Smelt suiker met een klein beetje water (waar heb ik dit meer gezien?) in een
pannetje met dikke bodem op een laag vuur en zet dan het vuur hoog zodat het
mooi goudbruin karameliseert. Dat gaat allemaal vanzelf alleen zit er wel erg
veel suiker ongekarameliseerd op de zijkant van de pan. Ik moet het in een
bakblik gieten, ook langs de randen. Daar is het lang niet genoeg voor, maar
er zit nog in het pannetje, dus met een pannenlik moet ik dat wel voor elkaar
krijgen.
O jé, veel te heet: de
pannenlik is gelijk naar de knoppen en ik heb nog steeds niet genoeg karamel.
Jammer dan. Mijn echtgenoot komt zich ermee bemoeien en begint met appels
schillen. Die gaan op de karamel en ik heb al verzonnen dat een handjevol
rozijnen met amaretto en vanillesuiker en wat citroenrasp vast e.e.a. ten
goede gaan komen. Zo, die appels liggen erin. Nu met deeg bedekken.
Rol het deeg uit tot een lap … sodeju, geen deegroller. Waar is die ene fles
waarin ik wel eens een roos zet? Nergens te vinden. Dan maar een van de
bewaarpotten. Schoonmaken en rollen maar. Had je gedroomd! Het deeg blijft vol
vasthoudendheid aan de pot zitten. Met mijn handen pluk ik het eraf en
verspreid het zo goed en kwaad als mogelijk over de appels. Alles wat ik
vastpak zit direct onder het deeg. De kraan, de pot, het aanrecht. Voor de
taart gaat zeker tien procent verloren …In de voorverwarmde oven ermee.
Na
35 minuten is het klaar. Het ziet er onooglijk uit, maar ruikt zalig. Nu moet
ik er een bord overheen zetten en het gebak omdraaien, zodat het suikerlaagje
bovenkomt. Op die manier omdraaien doe ik vaak genoeg, rösti staan dikwijls
op ons menu. Hoepekee! Alle karamel blijft in de vorm zitten. Dat moet ik er
met een mes uithakken, want anders heb ik een taart helemáál zonder suiker.
Waarschijnlijk is de bakvorm met tefal binnenkant nu ook naar zijn mallemoer,
maar wat geeft het.
De
taart moet warm gegeten worden met een bolletje vanilleijs. Niet slecht,
vooral het ijs is heerlijk!
|