Aan mijn vaders kant was er een vriendelijke opa, die ik maar 2x gezien
heb, want hij woonde ver weg en had geen auto! Er was ook een gezellig-ronde tweede vrouw van die opa.
|
Ik begin met mijn tante Miep.
Nou had ik twee tante Mieps of tantes Miep,
altijd weer een punt van discussie.
Deze was een zus van mijn moeder, een
jaar of 10-12 jonger dan zij, schat ik, er zaten 4 broers tussen! Op de foto
is zij w.s. stuk jonger dan toen ik haar leerde kennen.
Tante Miep was onderwijzeres en had een kinderlijke geest. We konden enorm
met elkaar lachen!
|
Zo gaf ik haar, toen ze al minstens 60 was, met haar
verjaardag deze beertjes cadeau en dat vond ze echt leuk! De beertjes
woonden nog bij mijn nichtje Mary en ik mocht ze hun laatste levensdagen
bij mij laten doorbrengen!
Ik deed met tante Miep kattengevechten na en ooit heeft zij mij en
mijn broer Kees mee naar de kermis genomen op 3 oktober: we mochten
overal in. Onvergetelijk!
|

|
|
 |
Tante Anna was uit de eerste leg, een stuk ouder dan mijn
moeder. Ze woonde op de Hoge Rijndijk en daar kreeg ik bij meneer
Kranenveld pianoles. Daarná een kopje thee bij Tantanna, zoals ze door
ons neefjes/nichtjes genoemd werd. Ze was een lieve vrouw, met een
ongetrouwde, beetje enge dochter, met vooruitstekende tanden en een
nasale stem, en had een perenboom in de tuin.
Wat gek toch, wat je je later kunt herinneren.
Ik heb ooit een oude, vrijwel onbruikbare fiets van haar gekregen,
maar wel op die fiets geleerd hoe je moest fietsen. 'Op een oude fiets
moet je het leren' is een algemene Nederlandse uitdrukking, toch?
|
|
Weer een heel andere tante was tante Joke.
Zij was de vrouw van een van mijn moeders broers, Aat. Ik had niks met die oom, maar tante Joke was ontzettend lief. |
Dit is het verhaal: Na de oorlog moest ons hele gezin
terug naar Nederland. de oudere broer/zussen gingen met een schip, de
Sommelsdijk, als betalend passagier. Mijn moeder, die veel astma had,
ging wat later, samen met mijn zusje Trees, op de Oranje, een
hospitaalschip. Mijn vader bleef in Batavia met Kees en mij en wij
gingen als laatsten, met het vliegtuig. We werden in een militaire
colonne naar het vliegveld gebracht, want de toestand in Batavia was
gevaarlijk.
Vliegen gebeurde alleen overdag, we sliepen in hotels. In Bangkok liepen
mannen in gele jurken bij een grote rivier, ergens onderweg heb ik voor
het eerst cornflakes gegeten en wij, twee kinderen, werden pas de 4e dag
een beetje luchtziek, toen iedereen het verder al geweest was. Het
vliegtuig had ronde raampjes, meer weet ik er niet meer van!
Wij kwamen wel als eersten aan op het Gerecht in Leiden. Dat was me ook
een partij eng: huizen aan de straat zonder tuinen en aan elkaar vast
gebouwd, en kinderen die een raar soort Nederlands spraken. Het
originele Leids zou ik trouwens spoedig onder de knie krijgen.
Ik weet nog dat we die eerste dag in Holland naar mijn oma zijn geweest en daarna zijn we
afgevoerd naar Noordwijk, waar Kees en ik een week of 3 (denk ik) bij
tante Joke gingen logeren. Zij moet toen zelf 4 kinderen hebben gehad,
druk zat dus, maar dat ontging ons volkomen. Kees en ik hadden gelukkig
elkaar, maar waren verder totaal ontheemd. Tante Joke deed ontzettend
haar best voor ons, maar als kind heb je daar helaas weinig begrip
voor. |

|
|
Het is jammer dat mijn ouders niet veel op hadden met familie. Ik denk, dat
ik bij alle tantes en ooms wel eens op bezoek ben geweest, maar vrijwel
altijd alleen. 'Ze' kwamen, als mijn moeder of vader jarig waren, en soms
kwam er nog wel eens iemand, maar zelden. Ik weet niet wat er gespeeld heeft.
W.s. had mijn vader als professor een bijzondere positie en hijzelf zocht
geen contact. Ik kwam wel veel bij oom Leo en mijn andere tante Miep, want
die hadden een dochter van mijn leeftijd en we konden goed met elkaar
opschieten.
|
 |
Oom Leo, mijn peetoom, is op de foto nauwelijks te
herkennen, maar deze tante Miep - Miep van Leo, zoals ze in de familie
heette - is nauwelijks veranderd. Zij was een vrolijke, hardwerkende
vrouw, die ik wel eens in een grijze overall heb aangetroffen terwijl ze
de ramen aan het lappen was. Ze stond ook vaak in hun keuken stapels
boterhammen te smeren, ik zie het haast nog voor me.
Leo een Miep kregen 9 kinderen, waarvan Noor de oudste. Die had alleen
weinig tijd, want moest al vroeg thuis helpen.
Zeven van de kinderen van oom Leo & tante Miep waren jongens,
waarvan een de latere pater, met wie ik het ook altijd goed heb kunnen
vinden.
Van oom Leo kreeg ik altijd een rijksdaalder voor mijn verjaardag en
dat was een vorstelijk bedrag. Totdat ik 21 werd, toen kreeg ik 25
gulden als afsluiting van het peetoomschap. Daarvan heb ik een LP
gekocht: beide pianoconcerten van Ravel met Daniel Wayenberg als solist.
Misschien mijn eerste LP, en grijsgedraaid!!! |
|
Neef Leo leek op zijn vader, met de stem van zijn moeder
en zijn gevoel voor humor kwam ook van haar kant. Hij viel, naar eigen
zeggen, als baby in slaap als de klokken van de Petruskerk - waar ze
ongeveer naast woonden - luidden. Het was tamelijk verwonderlijk dat hij, zoon van een atheïtische
moeder en een vader die nooit in de kerk kwam, al jong wist dat hij bij
de Franciscanen wilde. Zijn eigen woorden! Ik heb veel contact met
hem gehad, zoals toen hij b.v. pastoor in Sneek was; ik stuurde hem b.v.
artikeltjes uit het Leidsch Dagblad over de blauwe tram, waar hij altijd
veel belangstelling voor had en kreeg dan een bedankje met een brief in
prachtig handschrift en even prachtig Nederlands! Helaas is hij vorig
jaar overleden. |

|
|
 |
Links is mijn nichtje Noor, toevallig met mijn zus Paula.
Noor is helaas niet oud geworden. Ze kreeg borstkanker en is, toen ze
een jaar of vijftig/zestig was, overleden. |
|
Tante Miep van de kattengevechten woonde bij mijn oma. Ze
had nooit zo'n zin gehad in trouwen. Ooit had ze verkering en praatte
daarover met haar biechtvader. De man in kwestie had haar verteld, dat
hij 10 kinderen wilde en, zo dacht ze, dan moest ze 'het' wel 10 keer
doen en dat vond ze te veel! Heeft ze me ooit schaterlachend
verteld!
Broer Herman woonde aanvankelijk ook bij oma en fungeerde als man in
het leven van tante Miep, afgezien van 'het' dan. Totdat Herman zijn
vrouw Riek ontmoette, hier links op de foto, met haar trouwde, al
spoedig vader van een dochter werd, ook nog even allemaal bij oma, en
vervolgens vertrok met zijn jonge gezin. Arme Miep!
Mijn vader was heel veel later, jaren tachtig, goed bevriend met
Riek. Herman is op vrij jonge leeftijd omgekomen bij een auto-ongeluk.
Riek heeft haar vier kinderen grootgebracht en toen ze allemaal de deur
uit waren gingen zij en mijn vader b.v. vaak
wandelen. |
.jpg)
|
|
 |
Op de foto een jeugdige tante Fie. Zij was de (derde, weet
ik pas sinds gisteren, 20/6/23) vrouw van mijn moeders oudste broer, oom
Piet. Ze was een hartelijke vrouw met een blozend gezicht en schijnt
heel oud te zijn geworden. Ik heb maar een korte periode met haar (en
ook een beetje met de bijbehorende oom) te maken gehad. Zij hadden aan
het Plantsoen in Leiden de Pitmanschool, waar je kon leren typen en
steno en zo, en een blauwe maandag heb ik dat bij hen gedaan. Steno is
nooit tot volle wasdom gekomen, maar ik wist hoe het werkte; blind
typen met alle vingers heb ik ook nooit geleerd, maar ik kwam er graag
en heb ooit mijn eerste Spaans daar geleerd: 'El aquila es un ave de
rapido', niet een heel nuttige zin! |
|
Er was nog, afgezien van die obscure ooms waar nooit over gepraat werd
(zeker van hun geloof afgevallen, want dan kon vroeger écht niet!), tante
Cor, van de eerste lichting kinderen van opa. Zij woonde in het hofje aan de
Douzastraat. Verder waren er nog tante Bertha, Hoge Rijndijk, vrouw van oom
Toon, had die niet een houten been? en samen hadden ze een dochter die ik
niet zo graag mocht. En tante Lena, waarvan ik de bijbehorende oom nooit heb
gekend, met veel kinderen, w.o. 2 mannen, die altijd schunnige opmerkingen
maakten. Van tante Lena heb ik tijdens dat allereerste verblijf in Noordwijk
bij tante Joke, een keer een ritje op een paard mogen maken, het paard sloeg
op hol en ik genoot. Vlak na de oorlog kon je nog geen 'paardenmeisje' zijn,
maar dat was wel iets voor mij geweest.
Dan was er nog oom Henk, later een grote vriend van mijn oudste broer, en
zijn vrouw tante Bets. Ook zij hadden veel kinderen, maar ik ben er niet heel
vaak geweest, Dochter Bep was van mijn leeftijd, maar we hadden geen klik,
zoals dat tegenwoordig heet, maar Mary, van wie de foto's en de verhalen
komen, is een leuk mens. Jammer dat ik dat vroeger niet geweten heb. Er zijn
in de fotoboeken en -voorraad nauwelijks foto's van dat gezin, maar massa's
van het onze. Mijn ouders stuurden blijkbaar vaak kiekjes uit Indië .
Tenslotte was er nog tante To, die in Hillegom woonde, met man Cor en
uiteindelijk 4 kinderen. Tante To was niet mijn type, je kon niet met haar
lachen.
Mijn vader kwam trouwens ook uit een groot gezin, maar op één broer na
zijn die allemaal het klooster ingegaan. Tante Ernesta was een heel lieve,
pittige non, hoofd van de meisjesschool in Paramaribo, en is 101 geworden.
Van haar heb ik zeker ergens een foto. Ik had een hekel aan oom Henk, de
pater.
Oom Koos (Berg) heb ik nooit gekend, maar die is vast leuk geweest. Hij had w.s.
ook priester moeten worden van zijn super-religieuze moeder (net als mijn
vader, maar die is gered door de directeur van de school waar hij op zat).
Koos vluchtte op tijd naar Indië, werd meteen protestant, trouwde met een
protestant meisje en kreeg 5 zoons. Helaas kwamen hij en zijn vrouw beiden om
in de oorlog en de 5 protestante neven mochten niet omgaan met hun
katholieke familie. Ik heb hen voor het eerst ontmoet toen ik 16 was. Ze
waren met z'n allen aan het fietsen kwamen bij ons eten. Bami. Veel!!!
Jaren later heb ik Jaap en zijn vrouw vrij vaak ontmoet. Hij leek sprekend op
mijn broer Kees. Ook met de oudste van hen, net als mijn vader professor
doctor C.C. Berg, maar in de plantjes, m.n. vijgen. Jammer genoeg te vroeg
overleden, vlak voordat hij naar ons in Frankrijk zou komen.
|
|
In de zomer van 38 vertrok ons gezin naar Indië , waar mijn vader voor
twee jaar zou gaan werken. Op de foto oom Piet, die ons allemaal naar de
boot zou brengen. Denk ik. Mijn moeder, met hoed, draagt mij, een half jaar
oud. Rechts met alpino is Els, naast haar Robbert, tegen de auto leunt Paula,
rechts van haar Magda en vóór Els: Trees. Locatie: voor het huis op het
Gerecht in Leiden. Hieronder mijn ouders op de boot. Ze waren toen allebei pas 38!
Door de oorlog zou het acht jaar gaan duren voordat de familie weer
terugkwam.
|
 |
Hieronder: onwaarschijnlijk, maar waar: zowel mijn vader als
mijn moeder hebben in een auto gereden. Ik kan me er niks bij
voorstellen!! Moeder, met hoed in de hand, Robbert, Els, Magda en
Paula. |
 |
|
|
|
Aanvankelijk was het zeker geen kommer en kwel, getuige deze foto van moeder,
Els, Robbert en Paula ergens in 'de bergen'. O, Magda zit er ook nog op, maar
je moet goed kijken!
Ik kan me maar heel weinig herinneren van vakanties in de bergen. Ik weet nog
van een ritje op een paard, aardbeien en van kikkervisjes ergens in een
gemetselde bak met regenwater. En van een Indische jongen die gezellig met
zichzelf bezig was ergens tussen de struiken, maar daar heb ik natuurlijk
nooit aan iemand verteld en pas een jaar of 50 later er meer van begrepen!
|
Deze foto had ik nog nooit gezien, maar omdat ik hem zo
leuk vind gaat ie er als eerste op: Trees, 4 jaar oud, met de aap, die
zij nog altijd heeft: ik heb hem vorige week nog gezien. En die aap is
dus minstens 85! Rechtsonder ben ik met mijn moeder, w.s. rond
dezelfde tijd genomen. |
 |

|
|
Helemaal te gek! De foto's die ik gekregen heb zijn soms bekend, vaak niet,
maar allemaal erg klein. Via het scan programma worden ze meteen vergroot en
kan ik gezichten zien.
Hieronder een foto van het eerste huis in Batavia, aan Kebon Siri. Met
juffie, in het geborduurde bloesje. Juffie, mijn schat van een juffie, was
als kindermeisje in dienst bij mijn ouders. Ze was onderwijzeres, maar kon
geen baan vinden en ging dus - voor 2 jaar - mee naar Indië.
Ik, bij mijn moeder op schoot (ik kan me 'bij mijn moeder op schoot'
helemaal nooit herinneren) was een baby, Trees, hier met een beer,
vóór
juffie, Magda links op de stoel en Paula met vlechten. Mijn arme moeder met
dikke kousen aan, maar verder vond ze het, tot de oorlog in ieder geval,
geweldig in Indië. Ze had een massa personeel en kon zich geheel wijden aan
wat ze graag deed, pianospelen, handwerken, naaien en w.s. lezen.
|
|
In de fotoboeken die ik gekregen heb zitten onredelijk veel foto's van mijn
moeders gezin. Ik neem aan dat ze regelmatig brieven naar Nederland schreef
en daar kiekjes in stopte.
|
|
De foto hierboven is niet best en bovendien staat er een ondergeschoven
kindje op ... Moeder in de stoel met voor haar op de grond Magda. Daarachter
???. Daar weer achter juffie met mij op haar arm. Links op de foto Els,
Robbert, Paula en Trees.
|
Hier zijn Paula en Magda met een Javaanse vrouw. Ik heb
geen idee wie het is. Misschien de baboe Essi, over wie ik vaak heb
horen spreken met veel genegenheid. |
 |
|
 |
Vrolijke foto van Paula en Robbert. Hier is Robbert, denk ik,
elf of twaalf en Paula negen of tien..
Er stonden op het kiekje nog twee kinderen, onbekend. Merkwaardig,
want er kwamen zelden andere kinderen over de vloer. Mijn ouders hadden
niet bepaald veel vrienden en met die paar hadden ze zeker niet vaak
contact. Maar ik kwam pas tot enig besef van de wereld vlak voor de
oorlog. Toen mijn broertje Kees werd geboren was ik vier, dat herinner
ik me wel degelijk. We woonden toen op Tanah Abang.
|
|
Een laatste: Magda, met pajong, Trees en Paula.
Ik durf te wedden dat moeder al die jurkjes maakte. Van tobralco -
dat geloof ik niet meer bestaat - of voile.
Vanaf deze tijd zijn er geen foto's meer totdat deze hieronder werd
gemaakt, vreemd. Ik heb maar één foto van mezelf als kind van
anderhalf of zo en de volgende ben ik vier. (later bleken er best
veel te zijn, in fotoboeken van mijn moeder)
De eerste klassenfoto die ik meemaakte was in 1955. Zat ik in de 5e
van de middelbare school. Schoolreisje bestonden ook nog niet ... |
 |
|

|
Deze foto van mezelf kwam ik tussen eigen foto's
tegen. Ik ben hier w.s. 4. Typisch jurkje zoals moeder ze raag
maakte: tobralco met bloemetjes, biesjes in een afstekende kleur een
een volant/mouwtjes.
Die biesjes deed ik later zelf ook vaak, maar zo'n volant? daar
moet je een heel goed patroon voor hebben! |
|
 |
De foto van hierboven is genomen vlak vóór de oorlog. Kees zit al, dus w.s.
is hij een maand of acht. Ik had een framboosroze jurkje aan, met witte
mouwtjes en kraagje, van voile. Moeder draagt ook een jurk van voile, daar
was ze dol op. Ingeweven ruitjes en een pluisje in het midden. Ik heb haar
jurk nog héél lang gehad, maar ben hem later kwijtgeraakt.
|
Die hieronder is van vlak ná de oorlog, op de Wilhelminalaan, genomen. Een
van de weinige foto's waarop mijn vader niet zo bars kijkt. Moeder was w.s.
ziek, we hebben allemaal kringen onder onze ogen: we waren nog maar kort uit het
jappenkamp. Mijn jurkje
was van rodekoolkleurige tobralco. Net als mijn moeder heb ik altijd gehouden
van kleine biesjes in kleding. Zij maakte ze zelf van stof (moeilijk), ik van
biaislint, bij voorkeur van Liberty in Londen.
|
|
Links een foto van mijn moeder en rechts een
van mezelf op ongeveer dezelfde leeftijd, schat ik. De gelijkenis is
treffend! |
 |
 |
|
|
Nagekomen foto's: 2025, gevonden in oude fotoboeken van mijn moeder (denk
ik). Hieronder links: ik , baby van ong een half jaar en w.s. genomen aan boord van het schip waarmee de familie voor de 2e keer naar Indië ging.
De foto hieronder heb ik ook groter in een van mijn eigen fotoboeken. Om de
een of andere reden heet de foto 'Keteltje met hondje'.
|
|
|

|
Een gezinsfoto, niet scherp
helaas, van: moeder, Magda. vader met Trees op schoot, Robert, ik op schoot
bij juffie en Paula. Els staat er niet op, misschien heeft zij de foto
gemaakt.
Hierboven staat ergens een foto die w.s. op dezelfde dag is gemaakt.
|
|
Hieronder een vakantiefoto, gemaakt ergens in Indië . Mijn ouders gingen af
en toe 'naar de bergen', want dat scheen gezond te zijn als je in een volle,
tropische stad als Batavia woonde. Ik weet daar nauwelijks meer wat van: een stenen bak vol kikkervisjes, op een paard
zitten. Op de foto: Els, Paula, Magda, Trees, moeder met mij op
de arm en mijn vader. Foto's van mijn vader met een of meer kinderen zijn
schaars.
|
|
Rechts was een blz uit een album, met alle kinderen erop en is nr 7: Kees, er ook bij.
|
|
Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat dit in 1969 was.
Mijn vader werd uitgenodigd voor een tijdje in Canberra, Australië:
gasthoogleraar zijn. Het berichtje over een lezing of een gastcollege
trof ik in een van de oude fotoalbums.
Ik kwam ook foto's tegen van mijn vader, soms met mijn moeder, o.a. met
Makarios, die president? of patriarch? was in Cyprus sept '62, mijn
moeder staat gewoon met hem te flirten! en met eentje Titus Brandsma, maar
die was zó vaag, dat het niet de moeite was er iets mee te
doen.
|
 |
Ook niet zo'n scherpe foto, maar w.s. de enige waarop mijn
moeder aan de piano zit. Ze was een zeer begaafd pianiste en speelde van
alles, ook jazz. Ze had een absolute gehoor en kon b.v. zo maar alles
begeleiden. Toontje te hoog, doen we het toch wat lager, van dattum. Ik
wou (ooit) dat dat geërfd had!
Ze had 4 broers die allemaal naar de HBS mochten en, voor zover ik
weet, het geen van allen afmaakten. Mijn moeder ging naar de ULO en
maakte dat af, w.s. al heel wat voor een meisje begin vorige eeuw. Maar
als ze kansen had gekregen was ze vast concertpianiste of arts
geworden. |
|
Hieronder tenslotte ons huis op Tanah Abang, vlak voor de
oorlog: een soort paleis met een bordes met stenen leeuwen links en rechts.
Mijn eerste herinneringen - bloemetje van torenia, cocon van een vlinder (zie
erna-midi dieren) zijn van de tuin van dit huis. Rechts het huis op het
gerecht in Leiden waar ik geboren ben.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|