Familie Erna
Naar de onderkant van de pagina.
20 juni. We hadden nét besloten dat we een keer bij mijn nichtje Mary zouden langsgaan en wat gebeurt? Mary belt op om te vertellen dat ze foto's van vroeger beschikbaar heeft ... Mary is nog de enige uit mijn ooit uitgebreide kring van neven en nichten met wie ik nog contact heb. Anderen zijn overleden of altijd buiten beeld geweest.
Dat was leuk: ik heb een heel stel foto's van vnl tantes die me ooit dierbaar waren + een aantal foto's van ons gezin. Dus een nieuwe uitdaging: een afdeling met familieportretten. Ko heeft mij vandaag leren scannen! 
Ik heb nauwelijks foto's van mijn vaders familie, want die zaten ongeveer allemaal in het klooster.
Dit was mijn oma, van moeders kant dus, de van Uldens. Ik leerde haar in 1946 kennen, op de eerste dag dat we terug waren in Nederland, na een lang verblijf in Indië. 

Zij was niet de lieve oma die je ieder kind zou gunnen. Ik kan me tenminste niks liefs van haar herinneren: ze was zeer godsdienstig en heel streng, maar heeft ook heel hard moeten werken. 
Zij trouwde met mijn opa toen hij weduwnaar was geworden en hij had toen al 8 kinderen. Zij kreeg er nog 7 bij. Ga er maar eens aan staan!


Toen al die kinderen het huis uit waren was/werd ze de oma van 39 eigen kleinkinderen - 7 kleinkinderen via mijn moeder, 6 via Aat, 9 via Leo, 9 via Henk en 4 via Toos en 4 via Herman - een totaal van 39. Meer dan 3 per maand jarig alleen al! Plus nog een heel stel bonuskleinkinderen via haar stiefkinderen, maar of ze daar veel mee had kan ik niet vertellen. .

Hier zijn ze allemaal, er zit jammer genoeg een schaduw op, van een pijp of zo ... de man helemaal bovenaan was ene Bart. Daar werd nooit over gepraat, dus daar was iets mee. net als Jan, die rechts staat, links t.o.v. mijn moeder, Dael zoals mijn vader haar noemde. Zij staat bovenin rechts, daarnaast dus de Jan, van wie niks bekend is. Ik alleen wel eens melding horen maken van een tabakswinkel in connectie met een van die twee, Bart/Jan. 
Latere informatie: Jan trouwde met een niet katholiek meisje ... Bart overleed vrij jong.
Ik weet even niet wie er tussen die Jan en Piet, w.s. Bertha.. Links van Piet is misschien Lena. Schuin voor Bart in de vlek ook onbekend. Misschien Bets. Daar weer schuin voor is Tantanna. Rechts van haar Toos, mijn opa, Miep, mijn oma en voor mijn moeder zit Cor.

Onderaan v.l.n.r.: Leo, Herman, Aat, Henk.

Hieronder de tweede leg: v.l.n.r.: Piet, mijn moeder Ali, Henk, Aat, Herman, Leo, Miep en Toos.

Pas na de oorlog kwam ik in Nederland als 8-jarige, niks wetend van de grote familie die daar bestond, met iets van 40 neefjes en nichtjes en een hele zooi ooms en tantes. Mijn opa, die ik nooit gekend heb, had dus in het totaal iets van 15 kinderen gekregen, 7 bij zijn eerste vrouw en 8 bij de tweede.

Van die twee leg was mijn moeder de oudste dochter. Ze had één oudere en vier jongere broers - die later samen de ELTAX zouden oprichten - en twee kleine zusjes. 

Ik kwam later dit andere rijtje tegen, met hond, is w.s. eerder genomen, maar ik vind de foto zelf leuker.

 

Aan mijn vaders kant was er een vriendelijke opa, die ik maar 2x gezien heb, want hij woonde ver weg en had geen auto! Er was ook een gezellig-ronde tweede vrouw van die opa.
Ik begin met mijn tante Miep. 

Nou had ik twee tante Mieps of tantes Miep, altijd weer een punt van discussie. 

Deze was een zus van mijn moeder, een jaar of 10-12 jonger dan zij, schat ik, er zaten 4 broers tussen! Op de foto is zij w.s. stuk jonger dan toen ik haar leerde kennen. 

Tante Miep was onderwijzeres en had een kinderlijke geest. We konden enorm met elkaar lachen!

 

Zo gaf ik haar, toen ze al minstens 60 was, met haar verjaardag deze beertjes cadeau en dat vond ze echt leuk! De beertjes woonden nog bij mijn nichtje Mary en ik mocht ze hun laatste levensdagen bij mij laten doorbrengen!

Ik deed met tante Miep kattengevechten na en ooit heeft zij mij en mijn broer Kees mee naar de kermis genomen op 3 oktober: we mochten overal in. Onvergetelijk!

 

Tante Anna was uit de eerste leg, een stuk ouder dan mijn moeder. Ze woonde op de Hoge Rijndijk en daar kreeg ik bij meneer Kranenveld pianoles. Daarná een kopje thee bij Tantanna, zoals ze door ons neefjes/nichtjes genoemd werd. Ze was een lieve vrouw, met een ongetrouwde, beetje enge dochter, met vooruitstekende tanden en een nasale stem, en had een perenboom in de tuin.

Wat gek toch, wat je je later kunt herinneren. 

Ik heb ooit een oude, vrijwel onbruikbare fiets van haar gekregen, maar wel op die fiets geleerd hoe je moest fietsen. 'Op een oude fiets moet je het leren' is een algemene Nederlandse uitdrukking, toch?

 

Weer een heel andere tante was tante Joke. Zij was de vrouw van een van mijn moeders broers, Aat. Ik had niks met die oom, maar tante Joke was ontzettend lief.
Dit is het verhaal: Na de oorlog moest ons hele gezin terug naar Nederland. de oudere broer/zussen gingen met een schip, de Sommelsdijk, als betalend passagier. Mijn moeder, die veel astma had, ging wat later, samen met mijn zusje Trees, op de Oranje, een hospitaalschip. Mijn vader bleef in Batavia met Kees en mij en wij gingen als laatsten, met het vliegtuig. We werden in een militaire colonne naar het vliegveld gebracht, want de toestand in Batavia was gevaarlijk. 
Vliegen gebeurde alleen overdag, we sliepen in hotels. In Bangkok liepen mannen in gele jurken bij een grote rivier, ergens onderweg heb ik voor het eerst cornflakes gegeten en wij, twee kinderen, werden pas de 4e dag een beetje luchtziek, toen iedereen het verder al geweest was. Het vliegtuig had ronde raampjes, meer weet ik er niet meer van!
Wij kwamen wel als eersten aan op het Gerecht in Leiden. Dat was me ook een partij eng: huizen aan de straat zonder tuinen en aan elkaar vast gebouwd, en kinderen die een raar soort Nederlands spraken. Het originele Leids zou ik trouwens spoedig onder de knie krijgen. 

Ik weet nog dat we die eerste dag in Holland naar mijn oma zijn geweest en daarna zijn we afgevoerd naar Noordwijk, waar Kees en ik een week of 3 (denk ik) bij tante Joke gingen logeren. Zij moet toen zelf 4 kinderen hebben gehad, druk zat dus, maar dat ontging ons volkomen. Kees en ik hadden gelukkig elkaar, maar waren verder totaal ontheemd. Tante Joke deed ontzettend haar best voor ons, maar als kind heb je daar helaas weinig begrip voor. 

Het is jammer dat mijn ouders niet veel op hadden met familie. Ik denk, dat ik bij alle tantes en ooms wel eens op bezoek ben geweest, maar vrijwel altijd alleen. 'Ze' kwamen, als mijn moeder of vader jarig waren, een soms kwam er nog wel eens iemand, maar zelden. Ik weet niet wat er gespeeld heeft. W.s. had mijn vader als professor een bijzondere positie en hijzelf zocht geen contact. Ik kwam wel veel bij oom Leo en mijn andere tante Miep, want die hadden een dochter van mijn leeftijd en we konden goed met elkaar opschieten.
Oom Leo, mijn peetoom, is op de foto nauwelijks te herkennen, maar deze tante Miep - Miep van Leo, zoals ze in de familie heette - is nauwelijks veranderd. Zij was een vrolijke, hardwerkende vrouw, die ik wel eens in een grijze overall heb aangetroffen terwijl ze de ramen aan het lappen was. Ze stond ook vaak in hun keuken stapels boterhammen te smeren, ik zie het haast nog voor me. 

Leo een Miep kregen 9 kinderen, waarvan Noor de oudste. Ze had alleen weinig tijd, want moest al vroeg thuis helpen. 
Zeven van de kinderen van oom Leo & tante Miep waren jongens, waarvan een de latere pater, met wie ik het ook altijd goed heb kunnen vinden. 

Van oom Leo kreeg ik altijd een rijksdaalder voor mijn verjaardag en dat was een vorstelijk bedrag. Totdat ik 21 werd, toen kreeg ik 25 gulden als afsluiting van het peetoomschap. Daarvan heb ik een LP gekocht: beide pianoconcerten van Ravel met Daniel Wayenberg als solist. Misschien mijn eerste LP, en grijsgedraaid!!!

Neef Leo leek op zijn vader, met de stem van zijn moeder en zijn gevoel voor humor kwam ook van haar kant. Hij viel, naar eigen zeggen, als baby in slaap als de klokken van de Petruskerk - waar ze ongeveer naast woonden - luidden. 

Het was tamelijk verwonderlijk dat hij, zoon van een atheïstische moeder en een vader die nooit in de kerk kwam, al jong wist dat hij bij de Franciscanen wilde. Zijn eigen woorden!  Ik heb veel contact met hem gehad, zoals toen hij b.v. pastoor in Sneek was; stuurde hem b.v. artikeltjes uit het Leidsch Dagblad over de blauwe tram, waar hij altijd veel belangstelling voor had en kreeg dan een bedankje met een brief in prachtig handschrift en even prachtig Nederlands! Helaas is hij vorig jaar overleden.

Links is mijn nichtje Noor, toevallig met mijn zus Paula. Noor is helaas niet oud geworden. Ze kreeg borstkanker en is, toen ze een jaar of vijftig/zestig was, overleden. 
Tante Miep van de kattengevechten woonde bij mijn oma. Ze had nooit zo'n zin gehad in trouwen. Ooit had ze verkering en praatte daarover met haar biechtvader. De man in kwestie had haar verteld, dat hij 10 kinderen wilde en, zo dacht ze, dan moest ze 'het' wel 10 keer doen en dat vond ze te veel!  Heeft ze me ooit schaterlachend verteld!

Broer Herman woonde aanvankelijk ook bij oma en fungeerde als man in het leven van tante Miep, afgezien van 'het' dan. Totdat Herman zijn vrouw Riek ontmoette, hier links op de foto, met haar trouwde, al spoedig vader van een dochter werd, ook nog even allemaal bij oma, en vervolgens vertrok met zijn jonge gezin. Arme Miep!

 

Mijn vader was heel veel later, jaren tachtig, goed bevriend met Riek. Herman is op vrij jonge leeftijd omgekomen bij een auto-ongeluk. Riek heeft haar vier kinderen grootgebracht en toen ze allemaal de deur uit waren gingen zij en mijn vader b.v. vaak wandelen.    

Op de foto een jeugdige tante Fie. Zij was de (derde, weet ik pas sinds gisteren, 20/6/23) vrouw van mijn moeders oudste broer, oom Piet. Ze was een hartelijke vrouw met een blozend gezicht en schijnt heel oud te zijn geworden. Ik heb maar een korte periode met haar (en ook een beetje met de bijbehorende oom) te maken gehad. Zij hadden aan het Plantsoen in Leiden de Pitmanschool, waar je kon leren typen en steno en zo, en een blauwe maandag heb ik dat bij hen gedaan. Steno is nooit tot volle wasdom gekomen, maar ik wist hoe het werkte en blind typen met alle vingers heb ik ook nooit geleerd, maar ik kwam er graag en heb ooit mijn eerste Spaans dáár geleerd: 'El aquila es un ave de rapiño', niet een heel nuttige zin!
Er was nog, afgezien van die obscure ooms waar nooit over gepraat werd (zeker van hun geloof afgevallen, want dan kon vroeger écht niet!), tante Cor, van de eerste lichting kinderen van opa. Zij woonde in het hofje aan de Douzastraat. Verder waren er nog tante Bertha, Hoge Rijndijk, vrouw van oom Toon, had die niet een houten been? en samen hadden ze een dochter die ik niet zo graag mocht. Een tante Lena, waarvan ik de bijbehorende oom nooit heb gekend, met veel kinderen, w.o. 2 mannen, die altijd schunnige opmerkingen maakten. Van tante Lena heb ik tijdens dat allereerste verblijf in Noordwijk bij tante Joke, een keer een ritje op een paard mogen maken, het paard sloeg op hol en ik genoot. Vlak na de oorlog kon je nog geen 'paardenmeisje' ziijn, maar dat was wel iets voor mij geweest.
Dan was er nog oom Henk, later een grote vriend van mijn oudste broer, en zijn vrouw tante Bets. Ook zij hadden veel kinderen, maar ik ben er niet heel vaak geweest, Dochter Bep was van mijn leeftijd, maar we hadden geen klik, zoals dat tegenwoordig heet, maar Mary, van wie de foto's en de verhalen komen, is een leuk mens. Jammer dat ik dat vroeger niet geweten heb. Er zijn in de fotoboeken en -voorraad nauwelijks foto's van dat gezin, maar massa's van het onze. Mijn ouders stuurden blijkbaar vaak kiekjes uit Indië. Tenslotte was er nog tante To, die in Hillegom woonde, met man Cor en uiteindelijk 4 kinderen. Tante To was niet mijn type, je kon niet met haar lachen. 

Mijn vader kwam trouwens ook uit een groot gezin, maar op één broer na zijn die allemaal het klooster ingegaan. Tante Ernesta was een heel lieve, pittige non, hoofd van de meisjesschool in Paramaribo, en is 101 geworden. Van haar heb ik zeker ergens een foto. Ik had een hekel aan oom Henk, de pater. 
Oom Koos (Berg) heb ik nooit gekend, maar die is vast leuk geweest. Hij had w.s. ook priester moeten worden van zijn super-religieuze moeder (net als mijn vader, maar die is gered door de directeur van de school waar hij op zat). Koos vluchtte op tijd naar Indië, werd meteen protestant, trouwde met een protestant meisje en kreeg 5 zoons. Helaas kwamen hij en zijn vrouw beiden om in de oorlog en de 5 protestante neven mochten niet omgaan met hun katholieke familie. Ik heb hen voor het eerst ontmoet toen ik 16 was. Ze waren met z'n allen aan het fietsen kwamen bij ons eten. Bami. Veel!!! 
Jaren later heb ik Jaap en zijn vrouw vrij vaak ontmoet. Hij leek sprekend op mijn broer Kees. Ook met de oudste van hen, net als mijn vader professor doctor C.C. Berg, maar in de plantjes, m.n. vijgen. Jammer genoeg te vroeg overleden, vlak voordat hij naar ons in Frankrijk zou komen. 

 

 In de zomer van 38 vertrok ons gezin naar Indië, waar mijn vader voor twee jaar zou gaan werken. Op de foto oom Piet, die ons allemaal naar de boot zou brengen. Denk ik. Mijn moeder, met hoed, draagt mij, een half jaar oud. Rechts met alpino is Els, naast haar Robbert, tegen de auto leunt Paula, rechts van haar Magda en voor Els Trees. Locatie: voor het huis op het Gerecht in Leiden. Hieronder mijn ouders op de boot. Ze waren toen allebei pas 38! Door de oorlog zou het acht jaar gaan duren voordat de familie weer terugkwam.

Hieronder: onwaarschijnlijk, maar waar: zowel mijn vader als mijn moeder hebben in een auto gereden. Ik kan me er niks bij voorstellen!! Moeder, met hoed in de hand, Robbert, Els, Magda en Paula.

Aanvankelijk was het zeker geen kommer en kwel, getuige deze foto van moeder, Els, Robbert en Paula ergens in 'de bergen'. O, Magda zit er ook nog op, maar je moet goed kijken! 
Ik kan me maar heel weinig herinneren van vakanties in de bergen. Ik weet nog van een ritje op een paard, aardbeien en van kikkervisjes ergens in een gemetselde bak met regenwater. En van een Indische jongen die gezellig met zichzelf bezig was ergens tussen de struiken, maar daar heb ik natuurlijk nooit aan iemand verteld en pas een jaar of 50 later er meer van begrepen!
Deze foto had ik nog nooit gezien, maar omdat ik hem zo leuk vind gaat ie er als eerste op: Trees, 4 jaar oud, met de aap, die zij nog altijd heeft: ik heb hem vorige week nog gezien. En die aap is dus  minstens 85! Rechtsonder ben ik met mijn moeder, w.s. rond dezelfde tijd genomen.

Helemaal te gek! De foto's die ik gekregen heb zijn soms bekend, vaak niet, maar allemaal erg klein. Via het scan programma worden ze meteen vergroot en kan ik gezichten zien. 
Hieronder een foto van het eerste huis in Batavia, aan Kebon Siri. Met juffie, in het geborduurde bloesje. Juffie, mijn schat van een juffie, was als kindermeisje in dienst bij mijn ouders. Ze was onderwijzeres, maar kon geen baan vinden en ging dus - voor 2 jaar - mee naar Indië.
Ik, bij mijn moeder op schoot (ik kan me 'bij mijn moeder op schoot' helemaal nooit herinneren, wel bij mijn vader, maar ná de oorlog) was een baby,  Trees, hier met een beer, vóór juffie, Magda links op de stoel en Paula met vlechten. Mijn arme moeder met dikke kousen aan, maar verder vond ze het, tot de oorlog in ieder geval, geweldig in Indië. Ze had een massa personeel en kon zich geheel wijden aan wat ze graag deed, pianospelen, handwerken, naaien en w.s. lezen. 

In de fotoboeken die ik gekregen heb zitten onredelijk veel foto's van mijn moeders gezin. Ik neem aan dat ze regelmatig brieven naar Nederland schreef en daar kiekjes in stopte.

De foto hierboven is niet best en bovendien staat er een ondergeschoven kindje op ... Moeder in de stoel met voor haar op de grond Magda. Daarachter ???. Daar weer achter juffie met mij op haar arm. Links op de foto Els, Robbert, Paula en Trees. 
Hier zijn Paula en Magda met een Javaanse vrouw. Ik heb geen idee wie het is. Misschien de baboe Essi, over wie ik vaak heb horen spreken met veel genegenheid. 
Vrolijke foto van Paula en Robbert. Hier is Robbert, denk ik, elf of twaalf en Paula negen of tien.. 

Er stonden op het kiekje nog twee kinderen, onbekend. Merkwaardig, want er kwamen zelden andere kinderen over de vloer. Mijn ouders hadden niet bepaald veel vrienden en met die paar hadden ze zeker niet vaak contact. Maar ik kwam pas tot enig besef van de wereld vlak voor de oorlog. Toen mijn broertje Kees werd geboren was ik vier, dat herinner ik me wel degelijk. We woonden toen op Tanah Abang. 

 

Een laatste: Magda, met pajong, Trees en Paula.

Ik durf te wedden dat moeder al die jurkjes maakte. Van tobralco - dat geloof ik niet meer bestaat - of voile. 

 

Vanaf deze tijd zijn er geen foto's meer totdat deze hieronder werd gemaakt, vreemd. Ik heb maar één foto van mezelf als kind van anderhalf of zo en de volgende ben ik vier. 

De eerste klassenfoto die ik meemaakte was in 1955. Zat ik in de 5e van de middelbare school. Schoolreisje bestonden ook nog niet ...

Deze foto van mezelf kwam ik tussen eigen foto's tegen. Ik ben hier w.s. 4. Typisch jurkje zoals moeder ze raag maakte: tobralco met bloemetjes, biesjes in een afstekende kleur een een volant/mouwtjes.

Die biesjes deed ik later zelf ook vaak, maar zo'n volant? daar moet je een heel goed patroon voor hebben!

De foto van hierboven is genomen vlak voor de oorlog. Kees zit al, dus w.s. is hij een maand of acht. Ik had een framboosroze jurkje aan, met witte mouwtjes en kraagje, van voile. Moeder draagt ook een jurk van voile, daar was ze dol op. Ingeweven ruitjes en een pluisje in het midden. Ik heb haar jurk nog héél lang gehad, maar ben hem later kwijtgeraakt.  
Die hieronder is van vlak ná de oorlog, op de Wilhelminalaan, genomen. Een van de weinige foto's waarop mijn vader niet zo bars kijkt. Moeder was w.s. ziek, we hebben allemaal kringen onder onze ogen: we waren nog maar kort uit het jappenkamp. Mijn jurkje was van rodekoolkleurige tobralco. Net als mijn moeder heb ik altijd gehouden van kleine biesjes in kleding. Zij maakte ze zelf van stof (moeilijk), ik van biaislint, bij voorkeur van Liberty in Londen.

Links een foto van mijn moeder en rechts een van mezelf op ongeveer dezelfde leeftijd, schat ik. De gelijkenis is treffend!
 


Naar bovenkant